Hela Hola! Een nieuwe tocht. Samen met Marcella vijf maanden Afrika. Van kaapstad naar Nairobi.
Hgbbv
|
Feest! Het 19e land, Cambodja, de 15.000 kilometer en ook de 25 jaar zijn behaald. Morgen neem ik afstand van de Mekong, de levensader van Laos en Cambodja maar voor mij vooral de plek voor een verkoelende plons de afgelopen maand. En niet alleen voor mij zoals je ziet :-) Twee maanden en twee landen resteren! Alhoewel.. we zullen zien waar ik eindig. Gisteren stond er nog een stukje in de krant. Ik wil wel toevoegen dat het over China een beetje negatief uitvalt maar dat viel in de werkelijkheid reuze mee! Een wat genuanceerder beeld lees je in de stukjes over China. De groetjes! https://www.pzc.nl/schouwen-duiveland/sjarel-heeft-ruim-15-000-kilometer-in-de-benen-en-krijgt-er-maar-geen-genoeg-van~aae23d5e/
0 Comments
Zomaar een dag. Een stipje op de kaart, meer is het niet. Mijn duim bleef boven Longxi hangen, met de hoop dat ik daar een hotel zou vinden begin ik aan 90 kilometer klimmen en klauteren. Ondanks dat ik de trein nam om de kou te ontsnappen schommelt de temperatuur hier in de bergen van Centraal China weer richting -10. Ik zet mijn muts nog eens recht en trek hem tot ver over mijn gevoelloze oren. Ik vraag me af waarom we wel oorlellen en geen warm wintervachtje meer hebben. Hier in China slaat de evolutie toch de plank mis. Zo sta ik een tijdje, leunend tegen een lantaarnpaal te mijmeren tot er plots een stortvloed aan Chinees losbarst. Een Tsunami van vreemde klanken en wat speeksel spoelt over me heen. Enigszins verbaasd kijk ik opzij, een kleine vrouw met een grote fiets is verschenen. De fiets is van hetzelfde merk als de mijne en lijkt ook het voornaamste onderwerp van haar betoog. Althans, het is het enige wat ik ervan begrijp. Ik doe het enige wat ik kan doen in zulke situaties: Ik steek mijn duim op en roep een aantal keer Nihau! Zelfs na anderhalve maand in China is mijn Manderijnse repertoire niet veel groter. Ik besluit met handen en voeten te vragen of er een goedkoop hotel in de stad is dat buitenlanders ontvangt. Dat laatste is vaak nog niet zo makkelijk, regelmatig krijg je een nonchalante "No Aliens" toegeslingerd, soms wordt je zonder woorden de deur uitgestaard. China voelt dan ook als een andere planeet, eentje waar je niet altijd even welkom bent maar wel ééntje vol onverwachte wendingen. Zo ook nu.k heb het fietsvrouwtje kriskras door de stad gevolgd tot we stopten voor een duur hotel. Net voordat ik het wil opgeven wordt ik meegtrokken tot in een drukke lobby. Wanneer ik mijn naam op een lijstje pen en een cadeautje ontvang begrijp ik er niets meer van. En toen er vervolgens op een klein podium een valszingende man, een meisje met een vreemd traditioneel instrument, een hippe danser die over het podium stuitert, een oude man die wat weg trompeteerd en er tenslotte een soort Bingo loterij begint waarbij je kleine geldbedragen en pluché varkens kan winnen leg ik er me bij neer. Uitrusten zit er niet meer in. Het blijkt een feestje van de plaatselijke verzekeringsmaatschappij te zijn. In een lange en onbegrijpelijke powerpoint komen allerlei cijfers en grafieken voorbij waaruit blijkt dat de economie ze geen windeieren legt. Aan de aandacht van de meeste aanwezigen te zien is het duidelijk dat de het gratis maal en de cadeautjes bijdraagt aan de grote opkomst. Ik zit ingeklemd tussen vijf vrouwen en een kindje wanneer er plots luid gekakeld wordt, ik begrijp het niet maar het kindje naast me is zo enthousiast dat het zijn glas prik op een ongelukkige plek over mijn broek gooit. Voordat ik er iets aan kon doen werd ik het podium opgetrokken, krijg ik een microfoon in mijn handen gedrukt en keken honderd Chinezen verwachtingsvol mijn richting. Een speech, dat willen ze. En zo sta in mijn ongewassen kloffie, vette haren en een ongelukkige plek op mijn broek een verhaaltje in het Engels op te houden voor net in pak gestoken Chinezen die er niets van verstaan maar enthousiast klappen. Na afloop worden er nog foto's gemaakt, handjes geschud en geproost voordat ik vijf uur later aangeschoten voor goedkoop hotel wordt gedropt. In de ochtend word ik wakker met een pluché varken tussen mijn armen. Het cadeautje bleek twee kilo rijst. Een voorbeeld van zomaar een dag in China, een land waar ik me bleef verbazen. Waar ik ongegeneerd werd uitgelachen door het voltallige personeel van een grote zaak en buiten werd gegroet door vijf oude mannetjes die me elk een sigaret en schouderklopje gaven. Waar soms mensen je weigeren te zien en waar hele dorpen uitstromen om je te bekijken, al is het vooral om je grote neus te bewonderen. De wonderlijke wereld van China, een land dat één van de grootste en snelste ontwikkelingen van de eeuw meemaakt en rijk en arm steeds verder van elkaar af komt te staan. Twee maanden waren niet genoeg om er door heen te fietsen en twee maanden is verre van genoeg tijd om het land te begrijpen. Na twee maanden is het nog steeds hetzelfde mysterieuze en onbekende China als eerder. Een land met een miljard gezichten. ----- Ik ben ondertussen op de grens van Cambodja aangekomen, na bijna 15000 kilometer het 19e land! Hiep Hoera, het aftellen is dus begonnen! Drie landen en hoogstens 3000 kilometer, het stelt weinig meer voor. Het idee dat Singapore het einde is kan en wil ik nog niet helemaal bevatten. Plannen om verder te fietsen richting Jakarta en daarbij de evenaar over te steken, naar Nieuw-Zeeland te vliegen of via Kazachstan terug naar Europa te fietsen worden steeds aantrekkelijker. Ik ben benieuwd hoe het loopt! Hoe dan ook, nog twee maandjes trappen door de tropen. Omgeven door palmbomen en toeristen is het leven erg makkelijk. De groetjes. En weer een filmpje, nummero 14 voor land nummer 16, ietswat lang, excuus! Een zee van wolken glijdt onder me langs. De echte zee verhullend als het schuim op bier. Niet mijn biertje trouwens, dat heeft meer weg van een plens brak water. Ik zit in een vliegtuig dat vlot door het wolkendek snijdt. Het is een indrukwekkend gezicht. Die zon overgoten poolvlakte, een donzige woestenij, scheerschuim zonder stoppels. Een droomlandschap tot over de horizon. Ondanks de schoonheid dat achter het kleine venster als een film afspeelt voel ik me wat treurig. Ik had liever op het zadel gezeten, ik had liever in de kou tegen de laatste Chinese bergen gevochten, ik had me liever verbaast over een werkelijk vreemd volk in een prachtig land. Een land waar alles vaak snel nodeloos ingewikkeld werd, waar gebarentaal onbegrepen en onbeantwoord in de lucht bleef hangen. Waar het zien van mijn "grote" neus beantwoord werd met opgewonden gekakel. Waar je altijd een buitenstaander bent maar toch wordt ontvangen als een koning. Een land waar we elkaar met dezelfde verbazing bekeken. Maar dat gaat niet op, over een uurtje land ik in Hanoi. Een suf foutje van mijn kant betekende het eind van China. Een nieuw visum zat er niet in, na drie aanvragen werd me duidelijk gemaakt dat ik teveel tijd in het midden oosten heb besteedt. Ook de stempel van Xinjiang was China een doorn in het oog. Ondanks dat ze hem zelf hebben gezet was het genoeg reden om me een uur vast te houden op de grens bij het verlaten van China. Dit stukje gaat over die doorn. Mijn eerste kennismaking met China was een moeilijke. Ruim 1500 kilometer fietste ik door Xinjiang, de meest westelijk gelegen provincie in China. De provincie is met zijn 1.6 miljoen vierkante kilometer ongeveer zo groot als Iran en bestaat grotendeels uit één van de warmste en koudste woestijnen ter wereld. De provincie huisvest een ontelbaar aantal schapen, een populatie wilde kamelen en niet te vergeten zo'n 9 miljoen Oeigoeren, een van oorsprong islamitische bevolkingsgroep. Het is deze bevolkingsgroep die de provincie het nieuwe zorgenkindje van China maakt. Xinjiang is de Chinese naam en laat zich vertalen naar nieuwland. Een treffende naam voor de provincie dat samen met de Tibet in de jaren vijftig door Mao ingelijfd. Deze expansiedrift, landjepik op het hoogste niveau heeft net als in Tibet veel ellende als gevolg. Zo'n zestig jaar later bereikt het geweld een hoogtepunt. De radicale islam ontspringt en verschillende groepen protesteren voor meer onafhankelijk. Uiteindelijk knapt de bel en volgt er een bloedige periode van geweld en aanslagen. Zowel onschuldige Oeigoeren en Han-Chinezen komen om het leven. China reageert hierop zoals je verwacht van de Chinezen, met totale onderdrukking. De voormalige gouverneur van Tibet wordt overgevlogen en die veegt onder het motto van veiligheid iedere vorm van vrijheid van tafel. Langzamerhand bereikt de harde handelswijze van de Chinezen de oppervlakte. Zo werd reeds bekend dat er zo'n miljoen Oeigoeren in heropvoedingskampen zitten en de provincie in een grote openlucht gevangenis is omgetoverd met behulp van een politiemacht waar je U tegen zegt en één van de meest geavanceerde camerasystemen ter wereld. Privacy bestaat niet meer, de staat wilt altijd weten waar je bent, wat je leest, waar je slaapt, wie je kent, wie je bent. En dat lukt ze best aardig. Om een klein beeld te geven, kan je deze korte docu kijken: https://www.youtube.com/watch?v=OQ5LnY21Hgc&t=2s Reizend door de provincie maakte ik deze onderdrukking van dichtbij mee. Het begon met de strengste grensovergang van mijn reis. In een tien uur durend proces werden er 3D scan's en vingerafdrukkewerden gemaakt, werd er gemeten en gewogen en werd alles tot aan mijn vuile ondergoed toe bekeken en besnuffeld, dit laatste tot mijn plezier. Uiteindelijk werd er software geïnstalleerd op mijn tablet en telefoon. Nou, welkom in China! Zwaarbewapende politie op elke straathoek, metaaldetectors, gezichtsscanners, een ontelbaar aantal camera's, verplichte propaganda bijeenkomsten op pleinen en Chinese burgerwachten met knuppels vormen het straatbeeld. Als westerling op de fiets spendeer je meer tijd in het politiebureau en checkpoints dan op het zadel waardoor je de stelselmatige discriminatie van de Oeigoeren op diezelfde plekken van dichtbij meemaakt. Het is een nauwelijks leefbare situatie van een volk dat me in tegenstelling tot de han enorm vriendelijk en gastvrij ontving. Gelukkig heb je als toerist nog enige vorm van bewegingsvrijheid, althans zolang je veel geduld hebt, geen verboden zones in fietst en je netjes op de snelweg blijft. Hierdoor zag ik ook een ander beeld van Xinjiang. De Oeigoeren bleken een vriendelijke en nieuwsgierige gastheer. In de kleine dorpjes zat ik al snel met een kop thee voor een kacheltje. Lachend keken ze naar mijn fiets, hoofdschuddend voelde ze aan mijn dunne jasje. Stoer zei ik dat de kou wel mee viel, in de nacht huilde ik van de kou. De eindeloze leegte van de provincie gaf ook rust, de snelwegen die als lange linten de woestijn en de bergen van elkaar scheiden waren een soort regelvrije zone. Hier waren geen politie escortes, paspoortcontroles of opgeheven geweren in de handen van zenuwachtige agenten. Naast de voorbijrazende Chinezen in grote SUV's vormden alleen de kamelen wat gezelschap. Bij het zien van deze harige bulten, die me een tijdje aan staarden om vervolgens langzaam eens wat verder te sjokten richting die grote leegte ervoer ik zowaar wat vrijheid. Het verbod op kamperen noodzaakte me te kamperen in de tunnels onder de snelweg waar ik vaak bibberend van de kou alleen wat koekjes en hard brood als avondmaal had. Koken zat er niet in sinds je als buitenlander geen benzine kan kopen en winkeltjes weinig voorstellen. Uiteindelijk heb ik dit een maand lang volgehouden voordat ik een trein nam, een vlucht uit Xinjiang. Niet voor de onderdrukking maar voor de kou. Mijn zomerslaapzakje kon niet op tegen nachten van -15 en ik ook niet. Duizend kilometer verder stapte ik uit in een andere provincie en een andere wereld. Ik denk nog geregeld terug aan Xinjiang, de schoonheid van de provincie en de vriendelijkheid van het volk samen met het afzien en de onderdrukking maakte het tot een waar avontuur. Ik hoop in de toekomst nog een keer terug te komen. Maar dan wel in een vrij Xinjiang! ------ Ik fiets momenteel door de heuvels van Vietnam richting Laos vanwaar ik afzak naar Cambodja, Thailand, Maleisië en uiteindelijk Singapore binnen rol. Het is wat pittig klim en klauterwerk met benen als lucifer houtjes. Maar na een maand stilzitten ben ik blij dat ik weer fiets! Ik zal ook proberen mijn blog iets minder lang te laten liggen :-) Verder kreeg ik wederom wat mooie donaties! Waaronder zelfs de opbrengst van de aardperen verkoop van 2018, dat moeten haast wel gouden aardperen zijn geweest, zo proefden ze in iedergeval voor mij! Iedereen hartelijk bedankt :-) En tot slot, een gelukkig nieuwjaar! In China wordt het het jaar van het varken. Dat iedereen naar tevredenheid kan blijven knorren. Ik doe het in ieder geval, tevreden knorren en fietsen. Tot de volgende, joee! En nog wat plaatjes en nieuw houtjetouwtjeplakfilmpje atuurlijk! Zowel de foto's als het filmpje geven absoluut geen goed beeld van de situatie in Xinjiang. Het is verboden foto's te maken van de politie nadat de politie bij een controle de nodige beelden heeft verwijderd heb ik het ook niet meer geprobeerd. Hier heb ik nu wat spijt van maar gelukkig biedt het internet hier wel een oplossing. Laat mijn filmpke dan maar de mooie kant zijn! Verbijsterd staar ik de ambtenaar aan, deze mompelt zonder enige emotie nog zijn verontschuldigingen toe. De woorden komen uit zijn mond maar blijven steken achter het dunne glazen ruitje dat ons scheidt. Een reden werd er niet gegeven. Ik was moe en voelde me voor even door de grond zakken, aangezien ik op de 20e verdieping zat is dat best een eindje naar beneden. Even daarvoor was me opgevallen dat er verandering in de lucht hing. De veerpont deinde wat meer als de dagen daarvoor en sloeg zich met moeite door het opgestuwde water. Boven zee hing een donkere lucht, de zon scheen maar de eerste druppels vielen. Leunend op de railing hoopte ik dat het geen voorbode voor slecht nieuws zou zijn. Ondanks dat ik meestal te nuchter ben voor zulke gedachten stapte ik een beetje ongerust het Chinese consulaat binnen. Helaas bleken de zorgen dus gegrond. Geen nieuw visum voor China. Nu denk je wellicht: je bent toch in China? Nou, niet meer dus! Een week geleden liet ik mijn fiets en bagage achter in Chengdu en zat bijna twee dagen in een trein naar Hong Kong. Dat klinkt langer dan het voelt, een nachtje slapen en overdag moederlijk verzorgd door de gepensioneerde Chinezen waar ik de coupé mee deel, iets wat ik met plezier laat gebeuren. De bedoeling was om een lang weekend in Hong Kong te spenderen zodat ik gebruik kon maken van mijn tweede vijftig dagen van het visum. Helaas had ik er nooit bij stil gestaan dat de geldigheidsduur van het visum ook voor de tweede entry telt. Oftewel, mijn visum is verlopen en daarmee ook mijn toegang tot China, mijn fiets en praktisch alles wat ik bezit. Een suffe fout met ingrijpende gevolgen. Een tweede visumaanvraag is ondertussen ook afgewezen. Een derde loopt nog maar de kans op succes is klein. Mijn paspoort met stempels van Turkije, Iran, Tadzjikistan en Xinjiang is voor China reden genoeg om mij toegang te ontzeggen. Aankomende Donderdag weet ik of het grote China avontuur daadwerkelijk voorbij is. Na enkele stressvolle dagen is de wind gelukkig gedraaid. Mijn fiets en bagage zijn door mijn Duitse vrienden Lio en Stefan naar Hong Kong op gestuurd en kan ik over een paar dagen verwachten en ik heb iemand gevonden waar ik de komende week gratis kan over nachten. Het leven in Hong Kong was tot dusverre voornamelijk duur en eenzaam, ik werd ziek en de visum woog zwaar op de schouders. Kerst is volledig aan me voorbij gegaan en de hoge wolkenkrabbers van de stad voelden langzaamaan steeds meer als de tralies van mijn cel. Gelukkig brokkelen deze weer af, ik spendeer veel tijd in de bibliotheek of in mijn hangmat in het park. Met zo'n twintig graden is dat laatste niet verkeerd. In de komende dagen moet ik een plan maken over het vervolg van mijn reis, één ding is zeker, ik moet de lucht in. Of dat richting Laos of Vietnam is weet ik nog niet. Ik hou jullie op de hoogte! Het zelfs mijn nieuwjaars voornemen om dat wat vaker te doen. Maar je weet hoe het gaat met die voornemens :-) Ik heb nog enkele mooie donaties gehad waarvoor ik erg dankbaar ben! Net als voor de bemoedigende berichtjes, kerstwensen en het meedenken met het probleem. Ik wens jullie alvast een fijne jaarwisseling toe! Groet uit Hong Kong (Ik zal wanneer ik met zekerheid kan zeggen dat China voorbij is mijn blog updaten over Xinjiang, tot dan lijkt het me verstandig om even geen kritiek te leveren)
Joehoe, het duurde even! Hierbij mijn nieuwe filmpke van Kirgizië. Maar eerst even het heden voor het verleden. Na een lange strijd heeft de kou mij uiteindelijk ingehaald. Vanaf het vertrek in de lente heeft de winter me altijd op de hielen gezeten en is nu zes maanden later argeloos voorbij gerold. Kortom, de winter heeft gewonnen, al doet ie dat misschien wel altijd. Na 1600 kilometer in het mooie maar moeilijke Xinjiang gooide ik de handdoek in de ring en hees de witte vlag. Ik verruilde ik mijn zadel voor een hard bedje in een zestien uur durende treinrit richting Lanzhou. Een kleine provincie stad in centraal China met een schamele 2.7 miljoen inwoners. Vanaf deze stad aan de gele rivier fiets ik verder. Verder naar de warmte, verder naar de zon! En die zon hoop ik te vinden in Singapore. Mijn nieuwe reisdoel. Oost wordt Zuid! Dan over Kyrgizië dat ik ondertussen dertig dagen geleden verliet. Later bleek de kou nog maar het puntje van de ijsberg te zijn, gelukkig wist ik dat toen niet. Pijn doet het. Zoveel dat het me verlamd. Ik ben zojuist met grote tegenzin mijn tentje uit gekropen om deze op te breken. Het lukt echter niet, ik val om de haverklap stil en rillend staar ik wat de verte in. Het is een ijskoude morgen op 3300 meter hoogte en mijn vingers en tenen schreeuwen het uit. "Warm ons op of we vallen eraf" krijsen ze me toe. Val er dan maar af denk ik, op dat moment lijkt dat een eerlijke ruil om me te verlossen uit deze ellende. Uiteindelijk lukt het me om met mijn gevoelloze vingers en wat gevloek mijn boeltje op de fiets te snoeren. Ik wil nog maar één ding en dat is zo snel mogelijk van deze berg af. Een paar uur later in een warm winkeltje met houtkachel wip ik wat met mijn ondertussen opgewarmde tenen. Ik ben blij dat ik ze nog heb, het is maar goed dat ik die morgen niet echt voor die keuze had gestaan. Ik heb zojuist de laatste bergpas voor China beklommen. Rechts rijzen de besneeuwde reuzen van de Pamir op. Een muur van grillige pieken, een onherbergzame woestenij. Echter ook ver en onbereikbaar, als op een mooie ansichtkaart. Ik weet ondertussen dat ik in het lange gevecht tegen de winter aan de verliezende kant fiets. De aankomende koude heeft me eerder doen beslissen de Pamir in Tadzjikistan over te slaan. Een beslissing die me zwaar viel, vooral nu ze hier aan de rand hun armen om mij slaan. "Ooit zien jullie me nog wel" roep ik naar de bergen. Zwijgzaam kijken ze terug naar dat kleine figuurtje op de vlakte. Dat zullen we nog wel eens zien denken ze. Dat zullen jullie nog wel eens zien, denk ik. Ik verbleef exact een week in Kirgizië, het vijftiende land op mijn reis. Het land maakte met zijn onherbergzame maar vredige karakter een diepe indruk op me. De mensen zijn vriendelijk en gastvrij. Zo gaf een vrachtwagenchauffeur me een lift en koopt vervolgens nog twee brooden voor me. Bij het uitladen van mijn fiets krijg ik van toegelopen omstanders genoeg eten voor een week. Altijd wanneer ik zoveel krijg voel ik mij naast dankbaar ook beschaamd omdat ik niets terug kan geven en wellicht ook wel omdat ik weet dat we dit in Nederland nooit zouden doen. Kirgizië voelt ook natuurlijker dan haar burenlanden. Het politieke klimaat zal hier wel iets mee te doen hebben. Geen agent op elke straathoek en ook de portretten van de president missen. Het is dan ook niet voor niets dat in de zomer heel avontuurlijk Europa hierheen druist. Door deze gemoedelijke sfeer is het land ondanks zijn loodzware beklimmingen de hoognodige adempauze voor het volgende land. Het land dat de grootste bergen nog overschaduwd. China! Hopsadikee, en daar ben ik nu! De komende twee maanden fiets ik richting Laos. Met als eerste stop na 1100 kilometer Chengdu, de stad van onze favoriete zwart-witte knuffelbeer. Je kent ze wel :-) Ik hoop daar weer iets te schrijven. Tot dan! En natuurlijk wat foto's en een houtjetouwtjeplakfilmpje. Het is moeilijk om te schrijven over een land dat ondertussen zowel in gedachten als in kilometers zo ver weg ligt. Ik ben nu twee weken in China maar al de nieuwe indrukken, en dat zijn er veel, hebben de oude al verdrongen. Ondanks dat China en Centraal-azië aan elkaar grenzen hebben deze buurman en buurman weinig met elkaar gemeen. In vervlogen tijden lag dat wel anders maar sinds de Chinese overheid hier op een nogal hardhandige onze-wil-is-wet manier regeert zijn het twee verschillende werelden. Maar goed, Oezbekistan! Het is het enige land dat door zijn centrale ligging aan alle Centraal-Aziatische landen, Afghanistan meegeteld. Sla de atlas er maar eens op open. Het is er voornamelijk vlak en het wordt half gevuld met woestijn en steppe en voor de andere helft met katoenvelden. De mensen spreken er naast Oezbeeks ook Russisch, een erfenis van een bekende periode. Het is het land waar je tegenwoordig naar toe gaat als je de oude zijde route wilt ervaren. De oude en historische handelsteden zijn opgeknapt en afgestoft. Ze hebben nu opvallend veel weg van openluchtmuseums waar de straatverkopers met souvenirs en veelal chinese namaakprul je als vliegen om de oren zoemen. Want daar draait het nu om, om je knaken, je poen, je dollars. Ja, vooral je dollars. In Bukhara, het eerste stadje waar ik na twee dagen in een zandstorm aan kom maak ik direct kennis met de nieuwe melkkoe van het land. Bussen volgeladen met westerse toeristen komen af en aan. Grijze mussen zijn het, pensioenado's op avontuur. Gestoken in kaki safari pakken en gewapend met dure camera's met grot telelenzen druisen ze in groepen door het oude stadje heen. "Och, wat is het hier toch authentiek hé schat, ja, schat" klinkt het in het Duits, Frans en ja, ook in het Nederlands terwijl ze in een Europees koffiezaakje aan hun Latté Machiato sippen. Het is na maanden in het midden-oosten een beeld waaraan ik moet wennen. Deze groepen willekeurig bij elkaar gestoken grijsharigen, half in survival outfit, half in te duur gekochte oezbeekse kledij. "Honderd dollar? Koopje toch schat? trek jij de portefeuille even?" Alles is erop ingesteld. Hotels met extra voorzieningen voor ouderen ploppen als paddestoelen uit de grond, bazaars komen weer tot leven, dit maal niet met levensmiddelen maar met souvenirs. De rafelige randjes zijn zorgvuldig weggepoetst, de bewoners verjaagd of in kostuum gestoken. De prijzen zijn vertienvoudigd en de wegwijzering is te lezen in drie talen. De oude zijderoute is veranderd in een Disneyland voor ouderen op avontuur. Natuurlijk wel met luxe touringcars en vijf sterren hotels. Kortom, de perfecte plek om sippend aan mijn Latté Machiato even te rusten. Na enkele dagen vertrok ik met voedselvergiftiging nr. drie, die me overigens nog steeds teistert richting het oosten. De toeristeneilandjes blijken geen juiste weerspiegeling van het land. De mensen zijn arm en werken veelal op de katoenvelden. Alcoholisme is dan ook een groot probleem. De dagen die volgden waren weinig spannend en werden voornamelijk gekenmerkt met frequent bermbezoek. Fietsen met een ontregelde maag is geen pretje. Een aangename verassing was het toevallig weerzien van Lio en Stefan. Een Duits stel dat ik maanden geleden in Turkije had ontmoet. En nu bevonden we ons plots op dezelfde weg met dezelfde richting, een welkome aflossing van de eenzaamheid. In de avonden maakten we vuur en kookte ik stampot en appelmoes. Je zou eens moeten weten hoeveel ik dat gemist heb! Zo mis ik nu vooral een chocolade letter, wie stuurt hem op?! Na een week scheiden de wegen, zij naar Bishkek om daar te overwinteren en ik verder richting het oosten. Wellicht zien we elkaar in China weer! Tadzjikistan lag op een dag afstand. Helaas begon het te regenen en kwam het kwik niet boven de vijf. Doorweekt en verkleumd kwam ik aan bij de grensovergang alleen om daar door een grote soldaat erop gewezen te worden dat deze overgang niet door buitenlanders gebruikt kon worden. Daar ging mijn hoop op een warm bed dat mij in de regen op de been had gehouden. Hij moet de teleurstelling op mijn gezocht hebben kunnen aflezen want uit meelij gaf hij me nog een kom soep. Lees: waterige bouillon met een halve aardappel. Het was de lekkerste halve aardappel die deze aarde ooit heeft voortgebracht. Vijftig kilometer verder kwam ik vlak voor het donker aan bij de juiste grensovergang. Ik hoopte op een vlotte doorgang zodat ik met het laatste licht mijn tentje zou kunnen opslaan. Het liep anders. Oezbekistan zette zonder problemen zijn exit-stamp in mijn paspoort maar bij de Tadzjikse controle ging het mis. Een even norse en netzo veregende soldaat bekeek mijn visum en verklaarde deze met een glimlach ongeldig. Ik dacht aan een misplaatste grap en lachte mee, helaas bleek het geen grap. Een sullig foutje in de data van mijn visum zorgde ervoor dat ik pas over vier dagen het land in kon. En omdat ik Oezbekistan al uit was zou dat tot de grootste lol van de soldaat betekenen dat ik vier dagen in niemandsland moest bivakkeren. Dat niemandsland was niets meer dan een mistroostig en ommuurd vlak beton zonder voorzieningen. Dit zou me toch niet gebeuren? Het verhaal van een andere fietser die een week met nauwelijks wat te eten of drinken in niemandsland vast zat stond me nog helder voor de geest. Maar er viel niet over te discusseren, Tadzjikistan liet me er niet in en even later werd ik hardhandig terug niemandsland in gebonjourd. Gelukkig heeft de nieuwe Oezbeekse president de wetten iets versoepeld en kon ik na het veelvoudig berichten van het thuisfront dat ondertussen met de ambassade aan de lijn hing en het vervelen van de wachtposten na enkele uren bij wijze van hoge uitzondering het land weer in. Na dit lange grensdebakel vroeg ik vermoeid aan iemand naar een hotel, voor ik het wist zat ik in een warm huis tussen hem en zijn familie voor een groot maal. Gastvrijheid komt altijd op het juiste moment! Vier dagen later passeerde ik de grens zonder problemen. In Tadzjikistan verbleef ik drie dagen, veel heb ik er niet over te schrijven. Het was er herfst, de bomen kleurden rood-oranje, ik keek ernaar. Ik keek naar de luidruchtige zwermen spreeuwen die afstaken tegen mooie luchten. Zat op de fiets en droomde wat met de voorbij trekkende wolken en kwam aan in Kirgizië. Land nummer vijftien, hiephoi! En nog ontzettend bedankt voor alle lieve en bemoedigende berichtjes en donaties. Bij het zien van deze lukt het me telkens weer om die laatste kilometers te maken, het geen wat lang niet altijd even makkelijk is. De steun van familie, vrienden en onbekenden is werkelijk hartverwarmend. Dus hiephoi, drie keer hoera voor jullie! Hoeraa Hoeraaa Hoeraaa :-) Groetjes uit China en tot de volgende! En natuurlijk een nieuw houtjetouwtjeplakfilmpje. Ditmaal een beetje meer een samenschraapsel van losse fragmenten dan normaal. Ik had wat minder gefilmd in de steden, helabela, joehoe Zenuwachtig drentel ik heen en weer door de bijna kitscherige en met neonverlichte straatjes van Mashhad. Een grote stad in het oosten van Iran. Een stad die alleen wordt aangedaan door hordes gelovigen, enkele reizigers onderweg naar Turkmenistan en een verdwaalde pool waarmee ik mijn sterk verouderde kamer in een studentenhostel deel. Ik heb gelezen dat je het Turkmeense visum in nieuwe en gepaste contanten moet betalen. Echter blijkt uitleggen dat je dollars voor dollars wilt wisselen en niet voor Rial onmogelijk, niemand in Iran piekert er maar over om een dollar uit handen te geven. In een wisselkantoortje lopen de gemoederen hoog op en duwt een rood aangelopen Iraniër mij de zaak uit. Een rood aangelopen Iraniër is trouwens een vreemd en onnatuurlijk gezicht. Zonder gepaste dollars op zak kom ik aan bij de Turkmeense ambassade. Zenuwachtig, alsof ik op het punt sta onvoorbereid een grote presentatie te moeten geven. Maar net als bij presentaties viel de druk al snel weg. Een vriendelijke man drukte me tien minuten later vanuit een klein luikje in de muur mijn paspoort in mijn handen. Daarin het mooiste stukje papier dat ik in een lange tijd heb gezien. Een briefje dat past in het rijtje diploma's en liefdesbrieven. Eentje om te koesteren. ven voor de duidelijkheid Turkmenistan is een erg gesloten land met een nogal vreemde snuiter als president voor het leven. Als je het niet kent raadt ik je aan eens een avondje het internet op te gaan. Resultaat gegarandeerd. De uitgave van het visum lijkt dan ook totale willekeur en veel mensen in mijn omgeving werden geweigerd. Maar ik.. niet! Met mijn paspoort in de hand stond ik twee dagen, twee honderd kilometer verder aan de Turkmeense grens. Begroet en begeleid door over vriendelijke jonge soldaten worstelde ik me door allerlei papierwerk heen, werden mijn tassen uitgeplozen en keurde een dokter mij gezond door een vreemd piepend aparaatje op mijn voorhoofd te richten. Een vrolijke 'welcome to Turkmenistan!'' Kwam me nog achterna. Ik had me ondertussen al vanalles voorgesteld bij het land. Een tweede Noord-Korea kwam daarbij aardig in de buurt. Maar eenmaal binnen zag ik geen volk in onderdrukking, geen politiestaat of andere totalitaire trekjes van de president. Ik zag een straatarm sovjetstaatje zoals ik eerder tegen ben gekomen. De lada's en kamaz puften weer in veelvoud rondt. De huizen armoedig en weinig sfeer. Maar ook veel zwaaiende en toeterende mensen en de mooiste vrouwen die ik op mijn reis heb gezien. In tegenstelling tot Iran is de hoofddoek in Turkmenistan niet verplicht en zelfs verboden. De president vindt dat de zon vrij op de gezichten van de vrouwen moet kunnen schijnen omdat ze daar mooier van worden. Ik geef hem hierin geen ongelijk. De kleurrijke traditionele jurken doen een beetje denken aan hippies en Een bijzonder en vrolijk tafereel. De kennismaking met het land is vrij kort. Ik heb de eerste indrukken nog nauwelijks verwerkt voordat ik me in de woestenij van de Karakum woestijn begeef. De Karakum bestrijkt zo'n 90% van en het land en rukt steeds verder op. Voor mij betekend de woestijn vooral een warme en barre tocht door eentonige landschappen waar zowel mens als dier zich zelden laat zien. Tussen een enkele stad en een aantal gehuchtjes liggen 500 kilometers slecht wegdek en een uitzicht dat niet zou misstaan in een zoek de verschillen plaatje. De gedachte dat ik rondjes aan het fietsen was kwam dan ook meerdere keren op. Met water op rantsoen, een lichte tegenwind, twee lekke banden en vergezeld door de zon en Turkse vrachtwagens bereik ik na vier dagen Turkmenabat, met zijn 250 duizend inwoners de tweede stad van het land. Pas hier voelde ik de hand van de president. De straten zijn schoon en leeg, reclames bestaan uit beelden van de president met paarden of puppy's en grote marmere gebouwen met daarop vanzelfsprekend een portret van de president vullen het straatbeeld. Ik heb het gevoel alsof ik door een sovjetpropaganda filmpje uit de jaren tachtig fiets. Wanneer ik met een vriendelijke man en twee giegelende schoolmeisjes in uniform en verplichte staartjes een leuk gesprek heb plopt er uit het niets een overheidsfunctionaris op. Of ik wel een visum heb, of ik geen journalist ben en vooral of ik geen bedreiging ben voor de staat. Hij maakt me duidelijk dat als ik morgen de grens niet oversteek ik een groot probleem heb en dat ik nu maar beter verder kan gaan. De meisjes zijn ondertussen verdwenen. De man waarmee ik in gesprek was vertrekt ook na het veelvoudig Combineren van de woorden Cow en Goverment. Ik wandel nog een avond door de stad, de politie laat me verder met rust op enkele opmerkingen over mijn haar na. Milimeteren is hier de maatstaaf. Korter de beter. Koop een biertje, ga in bad en was de Karakum uit mijn haren. De volgende dag fiets ik Turkmenistan uit. Een beetje weemoedig want ondanks dat het volk straatarm is en wordt onderdrukt door een maniak die al het geld spendeert aan marmer en zelfportretten voelde ik me op mijn gemak in het land. De rustige en schone straten, het marmer, de prachtige parken en bloemperkjes en het ontbreken van reclame . Na het overweldigende Iran was dit precies wat ik nodig had. Helaas is het allemaal een grote fascade. Een fascade waarin maar een man in gelooft. En jammer genoeg is dat de president. ----- En hier nog wat beeld! in Turkmenabat heb ik helaas niet veel gefilmd. Ik ben ondertussen in Kirgizië. En niet zomaar ergens maar op 100 kilometer van de Chinese grens. Een kippenendje! Althans, als er geen besneeuwde 3750 meter hoge bergpas tussen lag. Wanneer ik die beklommen heb, de grens overgestoken ben en in Kashgar ben beland hoop ik wat over Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië te schrijven! Er zijn ook nog enkele donaties binnen gekomen, ontzettend bedankt! Ik heb er wollen sokken van gekocht en binnenkort een warmere slaapzak. Want nu bibber de nacht door in mijn zomergoed. Dus hee, hiephoi, reuze veel dank en tot de volgende! Youtube kiest altijd de meest charmante foto van mijn hoofd uit voor deze filmpjes, zelf had ik er liever een koe of iets dergelijks op gehad ;-)
A one time english update for my new iranian friends, which i found in numbers. I wrote this some time ago, actually a full thousand kilometers and almost two countrys ago but it catches my feeling about Iran quite well. "I'm about to leave Iran. On the second last night i've pitched my tent early on top of the last mountain before the border. In the distance i could see Turkmenistan but more spectacular is the view on the vast and gigantic desert of Iran. Seeing this beautiful and warm land which i will soon leave behind makes me a little emotional. The last month and a half i've fallen in love with a country and especially with the people. The kindness and helpfullness of those people is beyond everything i have encountered before. I would like to thank the Iranian people for everything they gave me. In particular Ramin and Meghran, but also all the other people that offered me food, a bed, friendship and help in all kind of ways. Because of this lonelyness didn't excist for me in Iran. It's worth alot! I hope change and better times will come soon for this country. Anyway, Turkemnistan is next and with this ill start my central-asia adventure! I won't be in in reach for some time. See you! " Since i lost my phone all the photo's and video's of Tehran are lost. So you will have to imagine this! Tehran is a crazily new and big, busy and vibrant city. Which is very much alive, frankly i cannot show you this! The turkmenistan update will be there soon! Joehoee Met het verlies van mijn mobieltje zijn alle foto's van de eerste drie weken Iran verloren gegaan. Gelukkig ben ik geheel bij de tijd en update ik braaf dagelijks mijn social media. En wat blijkt, Instagram slaat al je verhalen die normaal 24 uur zichtbaar zijn op. Dus zie hier... Een instagram reis door Iran :-) Mocht je me al volgen op Instagram dan kan je deze overslaan. Volg je me niet maar heb je ook ooit een account aangemaakt om zo nu en dan of geregeld tot obsersief naar het leven van anderen gluren dan kan je me volgen op: Sjarel_ ps: een weetje, praktisch elke Iranier heeft Instagram en dit is dan ook het eerste wat ze vragen. De verplichte Selfie staat er vaak een minuutje later op. Joehoee |
Hoi!De komende winter fietsen Marcella en ik zo'n 8000 kilometer door Afrika. Hier houden we onze avonturen een beetje bij met zo nu en dan een update! Archieven
September 2021
|