Hela Hola! Een nieuwe tocht. Samen met mijn meisje vijf maanden Afrika. Van kaapstad naar Nairobi.
|
Zomaar een dag. Een stipje op de kaart, meer is het niet. Mijn duim bleef boven Longxi hangen, met de hoop dat ik daar een hotel zou vinden begin ik aan 90 kilometer klimmen en klauteren. Ondanks dat ik de trein nam om de kou te ontsnappen schommelt de temperatuur hier in de bergen van Centraal China weer richting -10. Ik zet mijn muts nog eens recht en trek hem tot ver over mijn gevoelloze oren. Ik vraag me af waarom we wel oorlellen en geen warm wintervachtje meer hebben. Hier in China slaat de evolutie toch de plank mis. Zo sta ik een tijdje, leunend tegen een lantaarnpaal te mijmeren tot er plots een stortvloed aan Chinees losbarst. Een Tsunami van vreemde klanken en wat speeksel spoelt over me heen. Enigszins verbaasd kijk ik opzij, een kleine vrouw met een grote fiets is verschenen. De fiets is van hetzelfde merk als de mijne en lijkt ook het voornaamste onderwerp van haar betoog. Althans, het is het enige wat ik ervan begrijp. Ik doe het enige wat ik kan doen in zulke situaties: Ik steek mijn duim op en roep een aantal keer Nihau! Zelfs na anderhalve maand in China is mijn Manderijnse repertoire niet veel groter. Ik besluit met handen en voeten te vragen of er een goedkoop hotel in de stad is dat buitenlanders ontvangt. Dat laatste is vaak nog niet zo makkelijk, regelmatig krijg je een nonchalante "No Aliens" toegeslingerd, soms wordt je zonder woorden de deur uitgestaard. China voelt dan ook als een andere planeet, eentje waar je niet altijd even welkom bent maar wel ééntje vol onverwachte wendingen. Zo ook nu.k heb het fietsvrouwtje kriskras door de stad gevolgd tot we stopten voor een duur hotel. Net voordat ik het wil opgeven wordt ik meegtrokken tot in een drukke lobby. Wanneer ik mijn naam op een lijstje pen en een cadeautje ontvang begrijp ik er niets meer van. En toen er vervolgens op een klein podium een valszingende man, een meisje met een vreemd traditioneel instrument, een hippe danser die over het podium stuitert, een oude man die wat weg trompeteerd en er tenslotte een soort Bingo loterij begint waarbij je kleine geldbedragen en pluché varkens kan winnen leg ik er me bij neer. Uitrusten zit er niet meer in. Het blijkt een feestje van de plaatselijke verzekeringsmaatschappij te zijn. In een lange en onbegrijpelijke powerpoint komen allerlei cijfers en grafieken voorbij waaruit blijkt dat de economie ze geen windeieren legt. Aan de aandacht van de meeste aanwezigen te zien is het duidelijk dat de het gratis maal en de cadeautjes bijdraagt aan de grote opkomst. Ik zit ingeklemd tussen vijf vrouwen en een kindje wanneer er plots luid gekakeld wordt, ik begrijp het niet maar het kindje naast me is zo enthousiast dat het zijn glas prik op een ongelukkige plek over mijn broek gooit. Voordat ik er iets aan kon doen werd ik het podium opgetrokken, krijg ik een microfoon in mijn handen gedrukt en keken honderd Chinezen verwachtingsvol mijn richting. Een speech, dat willen ze. En zo sta in mijn ongewassen kloffie, vette haren en een ongelukkige plek op mijn broek een verhaaltje in het Engels op te houden voor net in pak gestoken Chinezen die er niets van verstaan maar enthousiast klappen. Na afloop worden er nog foto's gemaakt, handjes geschud en geproost voordat ik vijf uur later aangeschoten voor goedkoop hotel wordt gedropt. In de ochtend word ik wakker met een pluché varken tussen mijn armen. Het cadeautje bleek twee kilo rijst. Een voorbeeld van zomaar een dag in China, een land waar ik me bleef verbazen. Waar ik ongegeneerd werd uitgelachen door het voltallige personeel van een grote zaak en buiten werd gegroet door vijf oude mannetjes die me elk een sigaret en schouderklopje gaven. Waar soms mensen je weigeren te zien en waar hele dorpen uitstromen om je te bekijken, al is het vooral om je grote neus te bewonderen. De wonderlijke wereld van China, een land dat één van de grootste en snelste ontwikkelingen van de eeuw meemaakt en rijk en arm steeds verder van elkaar af komt te staan. Twee maanden waren niet genoeg om er door heen te fietsen en twee maanden is verre van genoeg tijd om het land te begrijpen. Na twee maanden is het nog steeds hetzelfde mysterieuze en onbekende China als eerder. Een land met een miljard gezichten. ----- Ik ben ondertussen op de grens van Cambodja aangekomen, na bijna 15000 kilometer het 19e land! Hiep Hoera, het aftellen is dus begonnen! Drie landen en hoogstens 3000 kilometer, het stelt weinig meer voor. Het idee dat Singapore het einde is kan en wil ik nog niet helemaal bevatten. Plannen om verder te fietsen richting Jakarta en daarbij de evenaar over te steken, naar Nieuw-Zeeland te vliegen of via Kazachstan terug naar Europa te fietsen worden steeds aantrekkelijker. Ik ben benieuwd hoe het loopt! Hoe dan ook, nog twee maandjes trappen door de tropen. Omgeven door palmbomen en toeristen is het leven erg makkelijk. De groetjes. En weer een filmpje, nummero 14 voor land nummer 16, ietswat lang, excuus!
2 Comments
|
Hoi!De komende winter fietsen Marcella en ik zo'n 8000 kilometer door Afrika. Hier houden we onze avonturen een beetje bij met zo nu en dan een update! Archieven
September 2021
|