Hela Hola! Een nieuwe tocht. Samen met Marcella vijf maanden Afrika. Van kaapstad naar Nairobi.
Hgbbv
|
Joehoe, het duurde even! Hierbij mijn nieuwe filmpke van Kirgizië. Maar eerst even het heden voor het verleden. Na een lange strijd heeft de kou mij uiteindelijk ingehaald. Vanaf het vertrek in de lente heeft de winter me altijd op de hielen gezeten en is nu zes maanden later argeloos voorbij gerold. Kortom, de winter heeft gewonnen, al doet ie dat misschien wel altijd. Na 1600 kilometer in het mooie maar moeilijke Xinjiang gooide ik de handdoek in de ring en hees de witte vlag. Ik verruilde ik mijn zadel voor een hard bedje in een zestien uur durende treinrit richting Lanzhou. Een kleine provincie stad in centraal China met een schamele 2.7 miljoen inwoners. Vanaf deze stad aan de gele rivier fiets ik verder. Verder naar de warmte, verder naar de zon! En die zon hoop ik te vinden in Singapore. Mijn nieuwe reisdoel. Oost wordt Zuid! Dan over Kyrgizië dat ik ondertussen dertig dagen geleden verliet. Later bleek de kou nog maar het puntje van de ijsberg te zijn, gelukkig wist ik dat toen niet. Pijn doet het. Zoveel dat het me verlamd. Ik ben zojuist met grote tegenzin mijn tentje uit gekropen om deze op te breken. Het lukt echter niet, ik val om de haverklap stil en rillend staar ik wat de verte in. Het is een ijskoude morgen op 3300 meter hoogte en mijn vingers en tenen schreeuwen het uit. "Warm ons op of we vallen eraf" krijsen ze me toe. Val er dan maar af denk ik, op dat moment lijkt dat een eerlijke ruil om me te verlossen uit deze ellende. Uiteindelijk lukt het me om met mijn gevoelloze vingers en wat gevloek mijn boeltje op de fiets te snoeren. Ik wil nog maar één ding en dat is zo snel mogelijk van deze berg af. Een paar uur later in een warm winkeltje met houtkachel wip ik wat met mijn ondertussen opgewarmde tenen. Ik ben blij dat ik ze nog heb, het is maar goed dat ik die morgen niet echt voor die keuze had gestaan. Ik heb zojuist de laatste bergpas voor China beklommen. Rechts rijzen de besneeuwde reuzen van de Pamir op. Een muur van grillige pieken, een onherbergzame woestenij. Echter ook ver en onbereikbaar, als op een mooie ansichtkaart. Ik weet ondertussen dat ik in het lange gevecht tegen de winter aan de verliezende kant fiets. De aankomende koude heeft me eerder doen beslissen de Pamir in Tadzjikistan over te slaan. Een beslissing die me zwaar viel, vooral nu ze hier aan de rand hun armen om mij slaan. "Ooit zien jullie me nog wel" roep ik naar de bergen. Zwijgzaam kijken ze terug naar dat kleine figuurtje op de vlakte. Dat zullen we nog wel eens zien denken ze. Dat zullen jullie nog wel eens zien, denk ik. Ik verbleef exact een week in Kirgizië, het vijftiende land op mijn reis. Het land maakte met zijn onherbergzame maar vredige karakter een diepe indruk op me. De mensen zijn vriendelijk en gastvrij. Zo gaf een vrachtwagenchauffeur me een lift en koopt vervolgens nog twee brooden voor me. Bij het uitladen van mijn fiets krijg ik van toegelopen omstanders genoeg eten voor een week. Altijd wanneer ik zoveel krijg voel ik mij naast dankbaar ook beschaamd omdat ik niets terug kan geven en wellicht ook wel omdat ik weet dat we dit in Nederland nooit zouden doen. Kirgizië voelt ook natuurlijker dan haar burenlanden. Het politieke klimaat zal hier wel iets mee te doen hebben. Geen agent op elke straathoek en ook de portretten van de president missen. Het is dan ook niet voor niets dat in de zomer heel avontuurlijk Europa hierheen druist. Door deze gemoedelijke sfeer is het land ondanks zijn loodzware beklimmingen de hoognodige adempauze voor het volgende land. Het land dat de grootste bergen nog overschaduwd. China! Hopsadikee, en daar ben ik nu! De komende twee maanden fiets ik richting Laos. Met als eerste stop na 1100 kilometer Chengdu, de stad van onze favoriete zwart-witte knuffelbeer. Je kent ze wel :-) Ik hoop daar weer iets te schrijven. Tot dan! En natuurlijk wat foto's en een houtjetouwtjeplakfilmpje.
1 Comment
Het is moeilijk om te schrijven over een land dat ondertussen zowel in gedachten als in kilometers zo ver weg ligt. Ik ben nu twee weken in China maar al de nieuwe indrukken, en dat zijn er veel, hebben de oude al verdrongen. Ondanks dat China en Centraal-azië aan elkaar grenzen hebben deze buurman en buurman weinig met elkaar gemeen. In vervlogen tijden lag dat wel anders maar sinds de Chinese overheid hier op een nogal hardhandige onze-wil-is-wet manier regeert zijn het twee verschillende werelden. Maar goed, Oezbekistan! Het is het enige land dat door zijn centrale ligging aan alle Centraal-Aziatische landen, Afghanistan meegeteld. Sla de atlas er maar eens op open. Het is er voornamelijk vlak en het wordt half gevuld met woestijn en steppe en voor de andere helft met katoenvelden. De mensen spreken er naast Oezbeeks ook Russisch, een erfenis van een bekende periode. Het is het land waar je tegenwoordig naar toe gaat als je de oude zijde route wilt ervaren. De oude en historische handelsteden zijn opgeknapt en afgestoft. Ze hebben nu opvallend veel weg van openluchtmuseums waar de straatverkopers met souvenirs en veelal chinese namaakprul je als vliegen om de oren zoemen. Want daar draait het nu om, om je knaken, je poen, je dollars. Ja, vooral je dollars. In Bukhara, het eerste stadje waar ik na twee dagen in een zandstorm aan kom maak ik direct kennis met de nieuwe melkkoe van het land. Bussen volgeladen met westerse toeristen komen af en aan. Grijze mussen zijn het, pensioenado's op avontuur. Gestoken in kaki safari pakken en gewapend met dure camera's met grot telelenzen druisen ze in groepen door het oude stadje heen. "Och, wat is het hier toch authentiek hé schat, ja, schat" klinkt het in het Duits, Frans en ja, ook in het Nederlands terwijl ze in een Europees koffiezaakje aan hun Latté Machiato sippen. Het is na maanden in het midden-oosten een beeld waaraan ik moet wennen. Deze groepen willekeurig bij elkaar gestoken grijsharigen, half in survival outfit, half in te duur gekochte oezbeekse kledij. "Honderd dollar? Koopje toch schat? trek jij de portefeuille even?" Alles is erop ingesteld. Hotels met extra voorzieningen voor ouderen ploppen als paddestoelen uit de grond, bazaars komen weer tot leven, dit maal niet met levensmiddelen maar met souvenirs. De rafelige randjes zijn zorgvuldig weggepoetst, de bewoners verjaagd of in kostuum gestoken. De prijzen zijn vertienvoudigd en de wegwijzering is te lezen in drie talen. De oude zijderoute is veranderd in een Disneyland voor ouderen op avontuur. Natuurlijk wel met luxe touringcars en vijf sterren hotels. Kortom, de perfecte plek om sippend aan mijn Latté Machiato even te rusten. Na enkele dagen vertrok ik met voedselvergiftiging nr. drie, die me overigens nog steeds teistert richting het oosten. De toeristeneilandjes blijken geen juiste weerspiegeling van het land. De mensen zijn arm en werken veelal op de katoenvelden. Alcoholisme is dan ook een groot probleem. De dagen die volgden waren weinig spannend en werden voornamelijk gekenmerkt met frequent bermbezoek. Fietsen met een ontregelde maag is geen pretje. Een aangename verassing was het toevallig weerzien van Lio en Stefan. Een Duits stel dat ik maanden geleden in Turkije had ontmoet. En nu bevonden we ons plots op dezelfde weg met dezelfde richting, een welkome aflossing van de eenzaamheid. In de avonden maakten we vuur en kookte ik stampot en appelmoes. Je zou eens moeten weten hoeveel ik dat gemist heb! Zo mis ik nu vooral een chocolade letter, wie stuurt hem op?! Na een week scheiden de wegen, zij naar Bishkek om daar te overwinteren en ik verder richting het oosten. Wellicht zien we elkaar in China weer! Tadzjikistan lag op een dag afstand. Helaas begon het te regenen en kwam het kwik niet boven de vijf. Doorweekt en verkleumd kwam ik aan bij de grensovergang alleen om daar door een grote soldaat erop gewezen te worden dat deze overgang niet door buitenlanders gebruikt kon worden. Daar ging mijn hoop op een warm bed dat mij in de regen op de been had gehouden. Hij moet de teleurstelling op mijn gezocht hebben kunnen aflezen want uit meelij gaf hij me nog een kom soep. Lees: waterige bouillon met een halve aardappel. Het was de lekkerste halve aardappel die deze aarde ooit heeft voortgebracht. Vijftig kilometer verder kwam ik vlak voor het donker aan bij de juiste grensovergang. Ik hoopte op een vlotte doorgang zodat ik met het laatste licht mijn tentje zou kunnen opslaan. Het liep anders. Oezbekistan zette zonder problemen zijn exit-stamp in mijn paspoort maar bij de Tadzjikse controle ging het mis. Een even norse en netzo veregende soldaat bekeek mijn visum en verklaarde deze met een glimlach ongeldig. Ik dacht aan een misplaatste grap en lachte mee, helaas bleek het geen grap. Een sullig foutje in de data van mijn visum zorgde ervoor dat ik pas over vier dagen het land in kon. En omdat ik Oezbekistan al uit was zou dat tot de grootste lol van de soldaat betekenen dat ik vier dagen in niemandsland moest bivakkeren. Dat niemandsland was niets meer dan een mistroostig en ommuurd vlak beton zonder voorzieningen. Dit zou me toch niet gebeuren? Het verhaal van een andere fietser die een week met nauwelijks wat te eten of drinken in niemandsland vast zat stond me nog helder voor de geest. Maar er viel niet over te discusseren, Tadzjikistan liet me er niet in en even later werd ik hardhandig terug niemandsland in gebonjourd. Gelukkig heeft de nieuwe Oezbeekse president de wetten iets versoepeld en kon ik na het veelvoudig berichten van het thuisfront dat ondertussen met de ambassade aan de lijn hing en het vervelen van de wachtposten na enkele uren bij wijze van hoge uitzondering het land weer in. Na dit lange grensdebakel vroeg ik vermoeid aan iemand naar een hotel, voor ik het wist zat ik in een warm huis tussen hem en zijn familie voor een groot maal. Gastvrijheid komt altijd op het juiste moment! Vier dagen later passeerde ik de grens zonder problemen. In Tadzjikistan verbleef ik drie dagen, veel heb ik er niet over te schrijven. Het was er herfst, de bomen kleurden rood-oranje, ik keek ernaar. Ik keek naar de luidruchtige zwermen spreeuwen die afstaken tegen mooie luchten. Zat op de fiets en droomde wat met de voorbij trekkende wolken en kwam aan in Kirgizië. Land nummer vijftien, hiephoi! En nog ontzettend bedankt voor alle lieve en bemoedigende berichtjes en donaties. Bij het zien van deze lukt het me telkens weer om die laatste kilometers te maken, het geen wat lang niet altijd even makkelijk is. De steun van familie, vrienden en onbekenden is werkelijk hartverwarmend. Dus hiephoi, drie keer hoera voor jullie! Hoeraa Hoeraaa Hoeraaa :-) Groetjes uit China en tot de volgende! En natuurlijk een nieuw houtjetouwtjeplakfilmpje. Ditmaal een beetje meer een samenschraapsel van losse fragmenten dan normaal. Ik had wat minder gefilmd in de steden, helabela, joehoe |
Hoi!De komende winter fietsen Marcella en ik zo'n 8000 kilometer door Afrika. Hier houden we onze avonturen een beetje bij met zo nu en dan een update! Archieven
September 2021
|