Driemaal uitstel is scheepsrecht. Dit keer is het echt. Vertrek gepland op 10 juli vanuit Burgh! |
Een zee van wolken glijdt onder me langs. De echte zee verhullend als het schuim op bier. Niet mijn biertje trouwens, dat heeft meer weg van een plens brak water. Ik zit in een vliegtuig dat vlot door het wolkendek snijdt. Het is een indrukwekkend gezicht. Die zon overgoten poolvlakte, een donzige woestenij, scheerschuim zonder stoppels. Een droomlandschap tot over de horizon. Ondanks de schoonheid dat achter het kleine venster als een film afspeelt voel ik me wat treurig. Ik had liever op het zadel gezeten, ik had liever in de kou tegen de laatste Chinese bergen gevochten, ik had me liever verbaast over een werkelijk vreemd volk in een prachtig land. Een land waar alles vaak snel nodeloos ingewikkeld werd, waar gebarentaal onbegrepen en onbeantwoord in de lucht bleef hangen. Waar het zien van mijn "grote" neus beantwoord werd met opgewonden gekakel. Waar je altijd een buitenstaander bent maar toch wordt ontvangen als een koning. Een land waar we elkaar met dezelfde verbazing bekeken. Maar dat gaat niet op, over een uurtje land ik in Hanoi. Een suf foutje van mijn kant betekende het eind van China. Een nieuw visum zat er niet in, na drie aanvragen werd me duidelijk gemaakt dat ik teveel tijd in het midden oosten heb besteedt. Ook de stempel van Xinjiang was China een doorn in het oog. Ondanks dat ze hem zelf hebben gezet was het genoeg reden om me een uur vast te houden op de grens bij het verlaten van China. Dit stukje gaat over die doorn. Mijn eerste kennismaking met China was een moeilijke. Ruim 1500 kilometer fietste ik door Xinjiang, de meest westelijk gelegen provincie in China. De provincie is met zijn 1.6 miljoen vierkante kilometer ongeveer zo groot als Iran en bestaat grotendeels uit één van de warmste en koudste woestijnen ter wereld. De provincie huisvest een ontelbaar aantal schapen, een populatie wilde kamelen en niet te vergeten zo'n 9 miljoen Oeigoeren, een van oorsprong islamitische bevolkingsgroep. Het is deze bevolkingsgroep die de provincie het nieuwe zorgenkindje van China maakt. Xinjiang is de Chinese naam en laat zich vertalen naar nieuwland. Een treffende naam voor de provincie dat samen met de Tibet in de jaren vijftig door Mao ingelijfd. Deze expansiedrift, landjepik op het hoogste niveau heeft net als in Tibet veel ellende als gevolg. Zo'n zestig jaar later bereikt het geweld een hoogtepunt. De radicale islam ontspringt en verschillende groepen protesteren voor meer onafhankelijk. Uiteindelijk knapt de bel en volgt er een bloedige periode van geweld en aanslagen. Zowel onschuldige Oeigoeren en Han-Chinezen komen om het leven. China reageert hierop zoals je verwacht van de Chinezen, met totale onderdrukking. De voormalige gouverneur van Tibet wordt overgevlogen en die veegt onder het motto van veiligheid iedere vorm van vrijheid van tafel. Langzamerhand bereikt de harde handelswijze van de Chinezen de oppervlakte. Zo werd reeds bekend dat er zo'n miljoen Oeigoeren in heropvoedingskampen zitten en de provincie in een grote openlucht gevangenis is omgetoverd met behulp van een politiemacht waar je U tegen zegt en één van de meest geavanceerde camerasystemen ter wereld. Privacy bestaat niet meer, de staat wilt altijd weten waar je bent, wat je leest, waar je slaapt, wie je kent, wie je bent. En dat lukt ze best aardig. Om een klein beeld te geven, kan je deze korte docu kijken: https://www.youtube.com/watch?v=OQ5LnY21Hgc&t=2s Reizend door de provincie maakte ik deze onderdrukking van dichtbij mee. Het begon met de strengste grensovergang van mijn reis. In een tien uur durend proces werden er 3D scan's en vingerafdrukkewerden gemaakt, werd er gemeten en gewogen en werd alles tot aan mijn vuile ondergoed toe bekeken en besnuffeld, dit laatste tot mijn plezier. Uiteindelijk werd er software geïnstalleerd op mijn tablet en telefoon. Nou, welkom in China! Zwaarbewapende politie op elke straathoek, metaaldetectors, gezichtsscanners, een ontelbaar aantal camera's, verplichte propaganda bijeenkomsten op pleinen en Chinese burgerwachten met knuppels vormen het straatbeeld. Als westerling op de fiets spendeer je meer tijd in het politiebureau en checkpoints dan op het zadel waardoor je de stelselmatige discriminatie van de Oeigoeren op diezelfde plekken van dichtbij meemaakt. Het is een nauwelijks leefbare situatie van een volk dat me in tegenstelling tot de han enorm vriendelijk en gastvrij ontving. Gelukkig heb je als toerist nog enige vorm van bewegingsvrijheid, althans zolang je veel geduld hebt, geen verboden zones in fietst en je netjes op de snelweg blijft. Hierdoor zag ik ook een ander beeld van Xinjiang. De Oeigoeren bleken een vriendelijke en nieuwsgierige gastheer. In de kleine dorpjes zat ik al snel met een kop thee voor een kacheltje. Lachend keken ze naar mijn fiets, hoofdschuddend voelde ze aan mijn dunne jasje. Stoer zei ik dat de kou wel mee viel, in de nacht huilde ik van de kou. De eindeloze leegte van de provincie gaf ook rust, de snelwegen die als lange linten de woestijn en de bergen van elkaar scheiden waren een soort regelvrije zone. Hier waren geen politie escortes, paspoortcontroles of opgeheven geweren in de handen van zenuwachtige agenten. Naast de voorbijrazende Chinezen in grote SUV's vormden alleen de kamelen wat gezelschap. Bij het zien van deze harige bulten, die me een tijdje aan staarden om vervolgens langzaam eens wat verder te sjokten richting die grote leegte ervoer ik zowaar wat vrijheid. Het verbod op kamperen noodzaakte me te kamperen in de tunnels onder de snelweg waar ik vaak bibberend van de kou alleen wat koekjes en hard brood als avondmaal had. Koken zat er niet in sinds je als buitenlander geen benzine kan kopen en winkeltjes weinig voorstellen. Uiteindelijk heb ik dit een maand lang volgehouden voordat ik een trein nam, een vlucht uit Xinjiang. Niet voor de onderdrukking maar voor de kou. Mijn zomerslaapzakje kon niet op tegen nachten van -15 en ik ook niet. Duizend kilometer verder stapte ik uit in een andere provincie en een andere wereld. Ik denk nog geregeld terug aan Xinjiang, de schoonheid van de provincie en de vriendelijkheid van het volk samen met het afzien en de onderdrukking maakte het tot een waar avontuur. Ik hoop in de toekomst nog een keer terug te komen. Maar dan wel in een vrij Xinjiang! ------ Ik fiets momenteel door de heuvels van Vietnam richting Laos vanwaar ik afzak naar Cambodja, Thailand, Maleisië en uiteindelijk Singapore binnen rol. Het is wat pittig klim en klauterwerk met benen als lucifer houtjes. Maar na een maand stilzitten ben ik blij dat ik weer fiets! Ik zal ook proberen mijn blog iets minder lang te laten liggen :-) Verder kreeg ik wederom wat mooie donaties! Waaronder zelfs de opbrengst van de aardperen verkoop van 2018, dat moeten haast wel gouden aardperen zijn geweest, zo proefden ze in iedergeval voor mij! Iedereen hartelijk bedankt :-) En tot slot, een gelukkig nieuwjaar! In China wordt het het jaar van het varken. Dat iedereen naar tevredenheid kan blijven knorren. Ik doe het in ieder geval, tevreden knorren en fietsen. Tot de volgende, joee! En nog wat plaatjes en nieuw houtjetouwtjeplakfilmpje atuurlijk! Zowel de foto's als het filmpje geven absoluut geen goed beeld van de situatie in Xinjiang. Het is verboden foto's te maken van de politie nadat de politie bij een controle de nodige beelden heeft verwijderd heb ik het ook niet meer geprobeerd. Hier heb ik nu wat spijt van maar gelukkig biedt het internet hier wel een oplossing. Laat mijn filmpke dan maar de mooie kant zijn!
0 Comments
Leave a Reply. |
Hoi!Ik peddel de komende zomer van de Noordzee richting de Zwarte zee. Via dit blog kan je mijn avonturen volgen :-) Archieven
Augustus 2021
|