Driemaal uitstel is scheepsrecht. Dit keer is het echt. Vertrek gepland op 10 juli vanuit Burgh! |
JAJAA! Ik ben terug! Op vrijdag de 28e van juni fietste ik om 17:55 de Zeelandbrug op. Een zachte wind van achter, de Oosterschelde rustig. In de verte het eiland. De plek die ik 405 dagen achter mij liet met een grote reis voor de boeg, zenuwachtig maar met energie en voeten op de trappers. Lang was het onvoorstelbaar maar nu ligt het er weer voor me, het mooiste streepje land. De Zeelandbrug sloeg altijd een brug tussen de bekende en onbekende wereld. Als kind ging die bekende wereld niet verder dan de dijken van het eiland, het water, de grens. Hoe anders is dat nu wanneer blijkt dat je zo naar de andere kant van de wereld kan fietsen, waar ligt dan de grens? Ik weet het niet maar de brug staat nog steeds voor vertrekken en terugkomen. Vrijdag kwam ik terug en zag het eiland liggen vanuit en realiseerde mij de horizon bestaat en ligt in Zeeland. Op het eiland werd ik ontvangen door vrienden en familie en aten we taart en dronken bier. Een gelukkig moment voor een gelukkig persoon. En daarmee een mooi einde van een groot avontuur. Ik wil iedereen ontzettend bedanken voor het komen en voor de vele mooie en lieve berichten. Ik lees ze allemaal, antwoorden gaat alleen wat traag ;-) Op m’n blog loop ik nog een eindje achter dus daar kan je de komende tijd wat verhalen, foto’s en filmpjes verwachten. Althans, eerst even helemaal niets, ik mag dan fysiek wel thuis zijn, m’n hoofd is dat niet. Dus de landing wordt ingezet en waar kan dat beter dan op de Schouwse dijken, een zomer in Zeeland. Aju! ps: op m'n youtube kanaal is reeds een filmpje van Oezbekistan en Kazachstan te vinden.
1 Comment
Zo! Op de valreep een stukje, de laatste voor m'n thuis komst. Ik loop hier ondertussen zover achter dat inlopen er helaas niet meer in zit. De eindsprint is ingezet, morgen fiets ik Leipzig uit en over tien dagen het eiland op. Hoe dichter ik kom hoe harder ik fiets. Een nieuw stukje schrijven koste wat moeite, helemaal als het over de tropen moet gaan, een verre plek met weinig overeenkomsten met de glooiende Duitse heuvels. Maar heeho, als cadeautje voor mijn grootste steun en toeverlaat, Mama, die laatst 60 is geworden, toch nog een stukje :-) Dag 371 We naderen Europa! Slechts 950 kilometer open zee ligt tussen ons. Het bekende Europa dat ik elf maanden geleden achter mij liet zal in een dag aan de horizon verschijnen. Eerst als een klein streepje land waar ik naar zal verlangen. Vandaar zal het groeien. Een verlangen wordt werkelijkheid. Wanneer ik voet aan wal zet het zal het land mij opslokken in een wereld die ik ken. Een veilig en vertrouwde plek, een thuis. Dat er tussen mij en die plek nog een kleine drieduizend kilometer ligt zie ik voor nu even door de vingers. Oekraïne en Nederland zijn praktisch buren, niet? Ik zit op de veerboot van Batumi in Georgië naar Odessa. Niet alleen maar vergezeld door een honderdtal vrachtwagen chauffeurs, een echte mannenwereld. De één nog mannelijker dan de ander, grote spierballen, grote buiken, sigaretten en drank, veel drank. Het lijkt of het man zijn hier bewezen wordt door de hoeveelheid wodka je kan achterover kan slaan voordat je in comateuze toestand je bed kruipt. De vloer voldoet ook. In deze dronkenmansvaart drijft de ziel van de Slavische volken aan de oppervlakte, want tussen de drankflessen en peuken door zie je broederschap. Grote mannen geven hier om elkaar. Dit vondt ik overal terug in het spulletje van de voormalige Sovjetunie. Waar het allemaal net niet werkt, overheden corrupt zijn, de lonen laag, het leven hard en een soort weemoedige triestigheid de luchten vult. In die triestigheid vinden mensen elkaar. Hechte vriendschappen zijn een nodige bron van warmte in deze wereld. Gevierd met een glas, soms een ruzie met een klap maar uiteindelijk met een knuffel op zee. We zitten hier eenmaal allemaal op de zelfde schuit. En dat is een hele andere wereld dan het andere Azië, Het warmere zuiden. Thailand, waar ik eigenlijk over zou moeten schrijven. Een tropen paradijs waar alles meezat, zelfs de wind. Een land vol zachte mensen. Een groet en een glimlach geven beeld van een gemoedelijke plek, niet getekend door oorlog en ellende. Een land van lieve mensen met het geluk van een plek op het juiste stukje aarde. En dat stukje staat te koop. Voor een appel en ei koop je een reisje naar het paradijs, een paar tientjes en je kan jezelf all-inclusive laten vertroetelen op een Thais strand. Het was dit Toerisme, Althans de verhalen erover dat me erg deed opkijken tegen mijn tijd in het land. Cambodia met zijn volledig uit de klauwen gelopen (kinder/seks) toerisme stondt nog helder voor de geest. In de Cambodjaanse steden is het de kalende blanke pensionaris die het straatbeeld domineerd. Tegen de avond komen ze te voorschijn om straathoek en portiekjes te bezetten. Soms met een meisje aan de arm waarvan de leeftijd op anderhalve hand valt te tellen. Een treurige werkelijkheid. Afgeschrokken door m'n het gedrag van deze westerling die zich koning voelt tussen de palmen en bang voor een worsteling tussen geblakerde buiken, kalende koppen en rood vlees fietste ik ietswat bezorgd het land in. Wantrouwend keek ik daar om mij heen, na deze heuvel zullen ze wel verschijnen dacht ik, achter dat bosje zullen ze wel zitten. Maar ze bleven uit, geen toerist verstopt in die palmboom, geen toerist in de struiken. En de dikke buik die ik wel zag? Dat een was waterbuffel. Thailand bleek zijn glans nog lang niet te zijn verloren, tussen de toeristische trekpleisters schitter de zee als nooit tevoren. Vissers trekken nog uit bij zinken van de zon en de gekleurde lampen van de houten scheepjes deinen vrolijk in de nacht. Een indrukwekkend schouwspel voor de enkeling, voor die geluksvogel met z'n tentje op het strand. Thailand was met goede wegen en voorzieningen een ware vakantie. Een tropendroom op de fiets. Een kaartje naar het paradijs blijkt toch nog te koop, het ligt echter tussen de hoogtepunten van de reisfolder. In een maand fietste ik er door heen, de wind stond mee, de problemen bleven uit. Onderweg naar het laatste land in de tropen, het laatste land voor Singapore. Daar over later meer! ------ Ik ben nu aan het eind van m'n reis. Thuis komen was lang een onvoorstelbare gedachte, ver weg en ongrijpbaar. Net als het vertrek, maar die kwam en ik ging, zenuwachtig als ik was. En zo kom ik nu terug. Maar het voelt goed, het is klaar, het is rond, het is af. Op m'n allerlaatste centen maak ik de laatste kilometers. De datums staan. De 25e de Grens over, de 28e de Zeelandbrug over. Tien dagen resteren, het staartje van een gigantisch avontuur. Maar het is nog niet voorbij, ik ben nog niet uit geschreven, de foto's zijn nog niet ontwikkeld en het verhaal nog niet afgesloten. Dus blijf lekker hangen, tot de volgende :-) En natuurlijk bedankt voor het volgen, het geduldig wachten op een nieuw stukje en de ongelooflijke hoeveelheid steun die ik weer heb mogen ontvangen. Groet uit Leipzich. 496 dagen, 22000 kilometer, tien dagen van huis! Tot zo! En een nieuw filmpje, ietswat lang en een beetje chaotisch. Zie maar hoe ver je komt! Psssst, het filmpje van Maleisië en Singapore is ook al online te vinden mocht je niet willen wachten.
Hiep Hiep, hier is ie dan! De weg terug en een wereldreis naar huis. Kilometers afstrepen in plaats van bijtellen. In een klein jaar fietste ik naar de andere kant van de wereld, in drie maanden reis ik terug. Met Uzairways vlieg ik naar Tashkent, de hoofdstad van Oezbekistan. De grootste stad van centraal Azië, waar ik me eerder al verbaasde om de lege straten en parken, de brutalistische sovjet architectuur en een leger babushka's dat gewapend met stofdoek en bezem de teloorgang van een modelstad weg poetsen. Uzbekistan was met haar onstilbare honger voor dollars en politieagenten die mij er op bleven wijzen dat ik naar de kapper moest niet mijn favoriete land op m'n reis. Wel de enige stad met een directe vlucht. Als voorbereiding ben ik vandaag naar de kapper geweest, de Indiër knipte ongevraagd een hoeveelheid haar af die de Oezbeekse agent zal doen glunderen. Als modelburger stap ik straks weer de Sovjetunie in die in Oezbekistan nooit helemaal verdween! Vervolgens hoop ik met een trein en stuk op de fiets de tweeduizend kilometer naar de Kaspische zee af te leggen en aldaar de beruchte veerboot naar Azerbaijan te nemen. Deze roestige en nauwelijks zeewaardige vrachtschepen varen zonder schema heen en weer tussen Aktau en Baku. Als het mee zit wacht je een dag, zit het tegen dan wacht je drie weken. Azerbaijan en Georgië te fiets, een veerboot van Batumi naar Odessa in Ukraine. En vanaf daar alleen nog maar naar huis! Zo, dat is dat! Ik loop hier behoorlijk achter dus om wat vaart te maken, een stukje met twee filmpjes. Over Laos en Cambodja: Selemat Pagi! Oftewel goedemorgen in Maleisië. Ik ben gisteren de grens overgestoken en ben nu in het 21e land, Maleisië! Na een maand in het luilekkerland van Azië ben ik ook toe aan wat verandering. Een nieuw land, een ander geloof en een andere taal zorgen voor een verfrissing van de toch ietswat ingedommeld geest. Het leven tussen de palmbomen van Zuid Thailand is aangenaam maar weinig uitdagend. Wanneer je zonder enkele moeite en voorzien van elk gemak van strand naar strand fietst voelt het al snel als je weinig meer doet dan een beetje luieren en kuieren in een eindeloze zomer. Iets wat ik overig ook erg graag doe, daar niet van. Maar ik mis het avontuur! Desondanks het gemak van toeristische landen waren Laos en Cambodja, de minder ontwikkelde landen van Zuid-Oost Azië alles behalve saai. Op 24 januari stak ik de grens over. Van een grijs Vietnam naar een groen Laos, de zon houdt zich blijkbaar ook aan grenzen. Laos is een arm land ingesloten tussen de meer welvarende landen als Vietnam en Thailand en kent een moeilijke geschiedenis. Tijdens de Vietnam oorlog behaalde het de ongelukkige titel tot het meest gebombardeerde land ter wereld. De Verenigde Staten gooide meer dan 280 milioen ton aan clusterbommen op een land niet groter dan Nederland en België samen. Dat zijn meer bommen dan alle bommen die in Europa vielen tijdens de tweede wereld oorlog. Ruim een kwart daarvan ontplofte niet direct en explodeert pas jaren later nadat een boer er een schoffel tegen tikt, helaas gebeurd dat nog dagelijks. Ik hoorde hier pas later van nadat ik dagelijks onbezorgd mijn tentharingen de grond in sloeg. Het landschap wordt getekend door armoedige dorpjes aan de weinige wegen die door en over de bergen van noord Laos slingeren. Weinig meer dan wat houten huisjes en bamboo hutjes is het niet. De droogte en vrachtverkeer zorgen dat opwaaiend stof de wereld vaal kleurt. Maar het missen van kleur betekend niet het missen van levendigheid. Nergens anders zag ik zoveel kinderen en kippen dan in de Laotiaanse dorpjes. Deze twee lijken overigs erg veel op elkaar, altijd in beweging en hard piepen. Nergens anders had ieder kind zo'n groot verlangen om de blanke snuiter op de fiets te groeten en benoemen. Samen met mij rolde er een golf van kinderlijke kreten, gekrijs en gejubel door het dorp, Sabaidee, farang! Hallo, blanke! Dit is voor mij het geluid van Laos maar niet het enige. Veel dorpen hebben maar één pomp of wateraansluiting in het dorp en daar bruist dan niet alleen het water maar ook het leven. Laotianen lijken altijd wel iets te wassen te hebben, lichamen, machines, kleren en dieren worden door hele groepen kakelende vrouwen en meisjes grondig ingezeept. In het voorbij gaan komt er één of eigenlijk twee geluiden op, afhankelijk van de leeftijd van de vrouwen. Het zijn twee geluiden die ik overal in Azië met plezier heb aangehoord. Als het oudere vrouwen betreft komt er een stortvloed aan opgewonden Laotiaans je tegemoet, wat door het snelle praten en gegiebel zo veel weg heeft van het gekakel van kippen dat ik nog wel eens zwaaide om vervolgens te realiseren dat ik naar een echte kip aan het zwaaien was. En als de leeftijd jonger is hoor je het gegiechel van glimlachende jonge meisjes, waar ik soms van blozen moet. Wellicht ben ik even exotisch voor hen als zij voor mij, althans dat denk ik graag. Misschien is dit wel wat ik in Nederland het meest missen zal, want tsja, ik ben toch een jongen :-) Buiten het lawaai dat afkomstig is van de mens, voornamelijk knetterende brommertjes en de kakelende vrouwen hoor je overigs bijzonder weinig geluid. Ondanks al het groen laten weinig dieren iets van zich merken. En dat is maar goed ook. Het lijkt erop dat alles wat beweegt wordt opgegeten, je bent beter geen dier in Laos. Hond, kat, rat, vogel, slang of vleermuis, het maakt niet uit zolang het maar beweegt eindigt het in een pan. En soms op het bord van een toerist die de taal niet spreek en op goed geluk maar wat aanwijst. Ongeboren kuikens kan ik afstrepen. Over zanderige paadjes voerde de Mekong me naar het zuiden. Op de vlakke oeverlanden bevinden de dorpjes in een permanente slaperigheid. De afwezigheid van haast en de alomaanwezigheid van hangmatten en luierende Laotianen is typerend voor Laos. Het verschil met de Cambodianen is dan ook groot, waar het twee aangrenzende en arme landen zijn, waar een oorlog en een genocide diepe sporen achterlieten is het bij de Cambodianen echter een levendige bende. Bijna elk huishouden is tevens een winkeltje, restaurant, werkplaats of tankstation met benzine in colaflessen, met regelmaat alles in één. Op de markt komen vissersvrouwen en boeren van heine en verre hun koopwaar aanbieden. Kleurige groenten en tropischfruit naast vissenkoppen, kattenstaarten, eendagskuikens, fuiken en brommeronderdelen. In de werkplaatsen wordt er met een klap en een tik een brommer repareerd. Iets onderhouden kunnen ze niet maar in het tijdelijk repareren zijn ze de beste. Oplossend denken wordt hier niet belemmert door regels. Dat is duidelijkst zichtbaar in het verkeer. Zo is het heel gewoonlijk om met je. brommer te reizen, alleen niet op je brommer maar in de bus. Zo passen er twee brommers op het dak, twee achteropgebonden en eentje half in de deuropening, stop er nog vijftig mensen in, wat kippen en een handkar en als ie dan vol is worden er wat plastic tuinstoelen achterop gebonden en past er nog wat volk. Bungelend aan de bus boven de uitlaat is de goedkoopste zit maar vereist wel een levensgroot vertrouwen in de chauffeur. Ik fietste er in twee weken doorheen, genoot van de levendigheid en het suikerrietsap. Lag nachten wakker door de liefde en veelvoudige aanwezigheid van Karaoke, waar dubbele tongen de nachten voorzien van gemotioneerde ballades. Dronk bier met Cambodjanen en at een gebakken kuiken om de vriendschap te bezegelen. Klauterde op eeuwenoude tempels, verschroeide in de zon en beefde uiteindelijk de eindigheid van mijn reis. Tijd was voor lang een vaag begrip. De zon gaat op en onder, opstaan, slapen te gaan, meer was er niet. Een stressloos en ongehaast bestaan, maar vanaf dat moment zou de klok langzaam aan weer gaan tikken. En steeds rapper, tot.. tot nu! De laatste kilometers in Zuid Oost Azië zijn gereden. Ik zit in Kuala Lumpur en word vertroeteld door een fantastische Maleisische familie. Vrijdag zetten ze me af op het vliegveld en ga ik na elf maanden voor het eerst terug in plaats van verder. Terug naar Oezbekistan, terug naar Europa en het bekende land, terug naar een plek die ik ondanks deze fantastische reis thuis ben blijven noemen. Vorig jaar reedt enthousiast maar gespannen het eiland af, dit jaar doe ik dat weer, alleen de richting verschilt. Ik wil iedereen bedanken voor al de steun en toeverlaat in het afgelopen jaar. Ik had het zonder jullie niet kunnen halen en dat is mij veel waard! Ik heb soms wat moeite met het bijhouden van mijn reis dus het volgen hiervan is een daarom een geduldige zaak, bedankt voor dat geduld! Ik hoop nog wat mooie verhalen van de terugreis met jullie te delen. Tot slot heb ik nog enkele fantastische donaties binnen gekregen die mijn reis naar huis mogelijk maken. Ik ben er nog niet helemaal dus ieder kopje koffie is welkom! Tevens kan je er een mooie foto of reisverslag voor terug krijgen. Super leuk natuurlijk. Aju! Laos Cambodja Hee, heeee! Ik heb Singapore bereikt. 330 dagen, 18224 kilometer en 26 lekke banden verderop onze mooie bol. Dat wou ik graag even zeggen :-) Singapore is lang het doel geweest maar al even niet meer het einde van mijn reis. Er is een nieuw plan en een nieuwe route gestippeld. Daarover vertel ik later meer, later, net als over Laos, Cambodja, Thailand, Maleisië en Singapore.. Oei Ik zet nu koers richting Kuala Lumpur vanwaar ik zal vliegen, uit Zuid Oost Azië, maar niet uit Azië. Kortom, voorlopig nog niet thuis maar elke kilometer is er vanaf nu eentje dichterbij! Oost wordt West, Zuid wordt Noord. Op avontuur gaan wordt thuiskomen. De groeten en oneindig veel dank voor alle mooie berichten en steun die hier aan de andere kant van de wereld heb mogen ontvangen! Aju. Updates volgen snel, heus! ps: Ik heb mijn mooie en nieuwe route kunnen uitstippelen dankzij wat fantastische donaties, hiervoor eindeloos dank! Maar ik ben er nog niet helemaal. Dus he, Hee, Wil je dat ik thuis kom of misschien juist langer wegblijf, dat kan ook natuurlijk of gewoon een mooie foto of reisverslag in de bus voel je vrij :-) Sawadee! Een korte update over een lange periode. Vanuit... Tada Thailand! Nog éénmaal over Hong Kong waar ik een kleine maand vast zat door visum perikelen, ja, China, jij. Het zit me nog steeds hoog. Wat een weekenduitje had moeten zijn liep uit tot een stressvolle maand in de gigantische mierenhoop die men Hong Kong noemt. Waar de eindeloze hoogbouw, als gigantische termietentorens het zicht op de zon maar ook op het naast gelegen China ontnemen. Het gigantische land met daarin mijn fietsje ligt op een steenworp afstand. Een schamele veertig kilometer maar voor mij voelt het verder als ooit tevoren. Verder weg dan het was toen ik tien maanden geleden op mijn fiets stapte en Burgh uitreedt. Ik hoefde er toen immers alleen maar naar toe te fietsen, fluitje van een cent! In deze moderne jungle waar ik de eerste dagen met de verwondering van een kind rondliep (ze hadden wel vijf soorten pindakaas in de buurtsuper!) voelde ik me al snel opgesloten. Door de harde afwijzingen van het Chinese consulaat, de individualistische wereld van de werkende stad waar men niet op of om kijkt en de dagelijkse plundering van mijn bankrekening liet ik er uiteindelijk het hoofd bij hangen. En zo kwam het dat ik met kerst in een klein boekwinkeltje wat zat te mokken en mijmeren. Maar daar tussen de vergeelde kaften waar de verhalen tot het plafond waren gestapeld, een zwijgzame dame die koffie schonk en een ingedommd meisje, gehuld in een geel regenjasje zachtjes snurkte vondt ik onverwacht weer warmte. Ik zal toch wat treurig uit de ogen hebben gekeken want de dame schotelde ongevraagd een grote maaltijd voor, van het huis fluisterde ze. Sommige mensen horen tussen de boeken dacht ik, een leesbrilletje wipte geregeld naar het puntje van haar neus alvorens te worden terug geschoven terwijl ze zonder geluid tussen de stapels boeken drentelde. In ruil vertelde ik wat over mijn reis. Wanneer men hoort dat je alleen bent, met een fiets reist en ook nog eens in een tentje langs de weg slaapt roept dat vooral bij vrouwen nog weleens de moederlijke drang op om zich om je te bekommeren. Dat ik zelf voor dit leven kies en daar van geniet wordt vaak over het hoofd gezien. Maar op zijn tijd, op druilerige dagen als deze, is er niets fijner dan met wat medelijden vertroeteld te worden door mensen die met je begaan zijn. En zo laat mij dan ook geregeld met enig plezier volstoppen door bezorgde vrouwen. Mannen hebben deze neiging trouwens ook maar geven vooral sigaretten en bier. Toen ik met sluitingstijd weer de regen instapte voelde ik een zacht rukje aan mijn mouw. Het meisje in het regenjasje was stilletjes achter me aangelopen en hield me met uitgestoken hand een briefje voor. Ik pakte het aan maar voordat ik woorden kon vinden verdween het gele capuchonnetje tussen de opgestoken paraplu's van de haastende massa. Zo stond ik even in de regen, met een briefje van vijfhonderd Hong Kong dollars in mijn hand, ik had haar niet eens kunnen bedanken. De druppels op mijn wang proefden zout. Naast dit kerstsprookje was het gelukkig ook niet alleen kommer en kwel. De overnachtingen op het strand waar ik in een hangmat sliep, warmde aan het vuur en me schipbreukeling waande en de ontmoeting van Ming die mij een week in huis nam zorgden voor hernieuwde energie. Hierdoor kon ik uiteindelijk met een opgeheven hoofd de stad ontsnappen. Kort voor vertrek stopte ik een brief in de bus. Girl in the yellow rainjacket Books&co 10 park road Midlevel, Hong Kong De vlucht naar Hanoi was kort, evenals de twee weken die ik in vietnam verbleef. Ik had die tijd vooral nodig om weer bij krachten te komen, mijn benen voelden na een ruime maand van het zadel als luciferhoutjes en de derde voedselvergiftiging voelde als.. Naja, dat kan je wel voorstellen. Ik zou Vietnam verder nog kort kunnen omschrijven met een grote chaos, veel getoeter, hond en kat op het menu, regenregengeenzonneschijn, steile heuvels en heel veel kuikens. Oprecht, echt heel erg veel kuikens. Kuikens en kuikens. Vooral veel kuikens. Leuk woord eigenlijk, kuikens. Na zo'n zeshonderd kilometer fietste ik met kracht in de benen Laos en daarmee de zon tegemoet. -------------------------------------------- En wat plaatjes en en nieuw Houtjetouwtjeplakfilmpje, hup. -------------------------------- Ik ben ondertussen al halverwege Thailand, oftewel nog maar een schamele tweeduizend kilometer tot Singapore. Het idee dat dit gigantische avontuur tot einde komt kan en wil ik nog niet bevatten. Het idee terug in Nederland te komen en de draad weer op te moeten pakken is zelfs een beetje beangstigend. Dus is dit dan wel het einde? Ik zou veel liever nog wat verder fietsen. Of althans wat minder snel thuis komen. Op de fiets heb je genoeg tijd om te fantaseren over andere bestemmingen. Zo passeerden allerlei wilde plannen de revue, door fietsen naar Jakarta of misschien wel tot Nieuw-Zeeland, terug vliegen naar Tadzjikistan of Kazachstan, toch maar weer naar Iran misschien? Helaas werden deze dromen verpulverd door de realiteit. Een blik op mijn bankrekening was daar voor genoeg. Althans, tot ik mij plotseling een liedje van kinderen voor kinderen herinnerde. Een kind onder de evenaar wordt later toch vaak een bedelaar, laat dit kind nu eens vlak nabij de evenaar fietsen! Mocht je net als mij niet willen dat dit avontuur binnen een maand is afgelopen voel je dan vrij en steun mijn reis! Op www.sjareldekraker.nl -> Steun mijn avontuur vindt je daar meer informatie over. Maar een paar klikjes hier vandaan, hoepla! En daar krijg je naast nieuwe reisverslagen en filmpjes ook nog wat voor terug. Zo documenteer ik deze reis met een analoge camera. In Bangkok heb ik wat rolletjes laten ontwikkelen maar helaas bleek mijn camera licht te lekken. Hierdoor zijn alle foto's van minstens het afgelopen half jaar aangetast. Maar desondanks niet verloren, voor 25,- krijg je al een mooie print daarvan toegestuurd. Mooi voor aan de muur of voor in een stoffige lade :-) Zie voorbeelden hieronder. In iedergeval tot snel, de filmpjes van Laos en Cambodja staan al klaar. Warme groet uit Thailand, palmbomenland! Dit zijn enkele voorbeelden van zo'n 40 rolletjes film.
Feest! Het 19e land, Cambodja, de 15.000 kilometer en ook de 25 jaar zijn behaald. Morgen neem ik afstand van de Mekong, de levensader van Laos en Cambodja maar voor mij vooral de plek voor een verkoelende plons de afgelopen maand. En niet alleen voor mij zoals je ziet :-) Twee maanden en twee landen resteren! Alhoewel.. we zullen zien waar ik eindig. Gisteren stond er nog een stukje in de krant. Ik wil wel toevoegen dat het over China een beetje negatief uitvalt maar dat viel in de werkelijkheid reuze mee! Een wat genuanceerder beeld lees je in de stukjes over China. De groetjes! https://www.pzc.nl/schouwen-duiveland/sjarel-heeft-ruim-15-000-kilometer-in-de-benen-en-krijgt-er-maar-geen-genoeg-van~aae23d5e/ Zomaar een dag. Een stipje op de kaart, meer is het niet. Mijn duim bleef boven Longxi hangen, met de hoop dat ik daar een hotel zou vinden begin ik aan 90 kilometer klimmen en klauteren. Ondanks dat ik de trein nam om de kou te ontsnappen schommelt de temperatuur hier in de bergen van Centraal China weer richting -10. Ik zet mijn muts nog eens recht en trek hem tot ver over mijn gevoelloze oren. Ik vraag me af waarom we wel oorlellen en geen warm wintervachtje meer hebben. Hier in China slaat de evolutie toch de plank mis. Zo sta ik een tijdje, leunend tegen een lantaarnpaal te mijmeren tot er plots een stortvloed aan Chinees losbarst. Een Tsunami van vreemde klanken en wat speeksel spoelt over me heen. Enigszins verbaasd kijk ik opzij, een kleine vrouw met een grote fiets is verschenen. De fiets is van hetzelfde merk als de mijne en lijkt ook het voornaamste onderwerp van haar betoog. Althans, het is het enige wat ik ervan begrijp. Ik doe het enige wat ik kan doen in zulke situaties: Ik steek mijn duim op en roep een aantal keer Nihau! Zelfs na anderhalve maand in China is mijn Manderijnse repertoire niet veel groter. Ik besluit met handen en voeten te vragen of er een goedkoop hotel in de stad is dat buitenlanders ontvangt. Dat laatste is vaak nog niet zo makkelijk, regelmatig krijg je een nonchalante "No Aliens" toegeslingerd, soms wordt je zonder woorden de deur uitgestaard. China voelt dan ook als een andere planeet, eentje waar je niet altijd even welkom bent maar wel ééntje vol onverwachte wendingen. Zo ook nu.k heb het fietsvrouwtje kriskras door de stad gevolgd tot we stopten voor een duur hotel. Net voordat ik het wil opgeven wordt ik meegtrokken tot in een drukke lobby. Wanneer ik mijn naam op een lijstje pen en een cadeautje ontvang begrijp ik er niets meer van. En toen er vervolgens op een klein podium een valszingende man, een meisje met een vreemd traditioneel instrument, een hippe danser die over het podium stuitert, een oude man die wat weg trompeteerd en er tenslotte een soort Bingo loterij begint waarbij je kleine geldbedragen en pluché varkens kan winnen leg ik er me bij neer. Uitrusten zit er niet meer in. Het blijkt een feestje van de plaatselijke verzekeringsmaatschappij te zijn. In een lange en onbegrijpelijke powerpoint komen allerlei cijfers en grafieken voorbij waaruit blijkt dat de economie ze geen windeieren legt. Aan de aandacht van de meeste aanwezigen te zien is het duidelijk dat de het gratis maal en de cadeautjes bijdraagt aan de grote opkomst. Ik zit ingeklemd tussen vijf vrouwen en een kindje wanneer er plots luid gekakeld wordt, ik begrijp het niet maar het kindje naast me is zo enthousiast dat het zijn glas prik op een ongelukkige plek over mijn broek gooit. Voordat ik er iets aan kon doen werd ik het podium opgetrokken, krijg ik een microfoon in mijn handen gedrukt en keken honderd Chinezen verwachtingsvol mijn richting. Een speech, dat willen ze. En zo sta in mijn ongewassen kloffie, vette haren en een ongelukkige plek op mijn broek een verhaaltje in het Engels op te houden voor net in pak gestoken Chinezen die er niets van verstaan maar enthousiast klappen. Na afloop worden er nog foto's gemaakt, handjes geschud en geproost voordat ik vijf uur later aangeschoten voor goedkoop hotel wordt gedropt. In de ochtend word ik wakker met een pluché varken tussen mijn armen. Het cadeautje bleek twee kilo rijst. Een voorbeeld van zomaar een dag in China, een land waar ik me bleef verbazen. Waar ik ongegeneerd werd uitgelachen door het voltallige personeel van een grote zaak en buiten werd gegroet door vijf oude mannetjes die me elk een sigaret en schouderklopje gaven. Waar soms mensen je weigeren te zien en waar hele dorpen uitstromen om je te bekijken, al is het vooral om je grote neus te bewonderen. De wonderlijke wereld van China, een land dat één van de grootste en snelste ontwikkelingen van de eeuw meemaakt en rijk en arm steeds verder van elkaar af komt te staan. Twee maanden waren niet genoeg om er door heen te fietsen en twee maanden is verre van genoeg tijd om het land te begrijpen. Na twee maanden is het nog steeds hetzelfde mysterieuze en onbekende China als eerder. Een land met een miljard gezichten. ----- Ik ben ondertussen op de grens van Cambodja aangekomen, na bijna 15000 kilometer het 19e land! Hiep Hoera, het aftellen is dus begonnen! Drie landen en hoogstens 3000 kilometer, het stelt weinig meer voor. Het idee dat Singapore het einde is kan en wil ik nog niet helemaal bevatten. Plannen om verder te fietsen richting Jakarta en daarbij de evenaar over te steken, naar Nieuw-Zeeland te vliegen of via Kazachstan terug naar Europa te fietsen worden steeds aantrekkelijker. Ik ben benieuwd hoe het loopt! Hoe dan ook, nog twee maandjes trappen door de tropen. Omgeven door palmbomen en toeristen is het leven erg makkelijk. De groetjes. En weer een filmpje, nummero 14 voor land nummer 16, ietswat lang, excuus! Een zee van wolken glijdt onder me langs. De echte zee verhullend als het schuim op bier. Niet mijn biertje trouwens, dat heeft meer weg van een plens brak water. Ik zit in een vliegtuig dat vlot door het wolkendek snijdt. Het is een indrukwekkend gezicht. Die zon overgoten poolvlakte, een donzige woestenij, scheerschuim zonder stoppels. Een droomlandschap tot over de horizon. Ondanks de schoonheid dat achter het kleine venster als een film afspeelt voel ik me wat treurig. Ik had liever op het zadel gezeten, ik had liever in de kou tegen de laatste Chinese bergen gevochten, ik had me liever verbaast over een werkelijk vreemd volk in een prachtig land. Een land waar alles vaak snel nodeloos ingewikkeld werd, waar gebarentaal onbegrepen en onbeantwoord in de lucht bleef hangen. Waar het zien van mijn "grote" neus beantwoord werd met opgewonden gekakel. Waar je altijd een buitenstaander bent maar toch wordt ontvangen als een koning. Een land waar we elkaar met dezelfde verbazing bekeken. Maar dat gaat niet op, over een uurtje land ik in Hanoi. Een suf foutje van mijn kant betekende het eind van China. Een nieuw visum zat er niet in, na drie aanvragen werd me duidelijk gemaakt dat ik teveel tijd in het midden oosten heb besteedt. Ook de stempel van Xinjiang was China een doorn in het oog. Ondanks dat ze hem zelf hebben gezet was het genoeg reden om me een uur vast te houden op de grens bij het verlaten van China. Dit stukje gaat over die doorn. Mijn eerste kennismaking met China was een moeilijke. Ruim 1500 kilometer fietste ik door Xinjiang, de meest westelijk gelegen provincie in China. De provincie is met zijn 1.6 miljoen vierkante kilometer ongeveer zo groot als Iran en bestaat grotendeels uit één van de warmste en koudste woestijnen ter wereld. De provincie huisvest een ontelbaar aantal schapen, een populatie wilde kamelen en niet te vergeten zo'n 9 miljoen Oeigoeren, een van oorsprong islamitische bevolkingsgroep. Het is deze bevolkingsgroep die de provincie het nieuwe zorgenkindje van China maakt. Xinjiang is de Chinese naam en laat zich vertalen naar nieuwland. Een treffende naam voor de provincie dat samen met de Tibet in de jaren vijftig door Mao ingelijfd. Deze expansiedrift, landjepik op het hoogste niveau heeft net als in Tibet veel ellende als gevolg. Zo'n zestig jaar later bereikt het geweld een hoogtepunt. De radicale islam ontspringt en verschillende groepen protesteren voor meer onafhankelijk. Uiteindelijk knapt de bel en volgt er een bloedige periode van geweld en aanslagen. Zowel onschuldige Oeigoeren en Han-Chinezen komen om het leven. China reageert hierop zoals je verwacht van de Chinezen, met totale onderdrukking. De voormalige gouverneur van Tibet wordt overgevlogen en die veegt onder het motto van veiligheid iedere vorm van vrijheid van tafel. Langzamerhand bereikt de harde handelswijze van de Chinezen de oppervlakte. Zo werd reeds bekend dat er zo'n miljoen Oeigoeren in heropvoedingskampen zitten en de provincie in een grote openlucht gevangenis is omgetoverd met behulp van een politiemacht waar je U tegen zegt en één van de meest geavanceerde camerasystemen ter wereld. Privacy bestaat niet meer, de staat wilt altijd weten waar je bent, wat je leest, waar je slaapt, wie je kent, wie je bent. En dat lukt ze best aardig. Om een klein beeld te geven, kan je deze korte docu kijken: https://www.youtube.com/watch?v=OQ5LnY21Hgc&t=2s Reizend door de provincie maakte ik deze onderdrukking van dichtbij mee. Het begon met de strengste grensovergang van mijn reis. In een tien uur durend proces werden er 3D scan's en vingerafdrukkewerden gemaakt, werd er gemeten en gewogen en werd alles tot aan mijn vuile ondergoed toe bekeken en besnuffeld, dit laatste tot mijn plezier. Uiteindelijk werd er software geïnstalleerd op mijn tablet en telefoon. Nou, welkom in China! Zwaarbewapende politie op elke straathoek, metaaldetectors, gezichtsscanners, een ontelbaar aantal camera's, verplichte propaganda bijeenkomsten op pleinen en Chinese burgerwachten met knuppels vormen het straatbeeld. Als westerling op de fiets spendeer je meer tijd in het politiebureau en checkpoints dan op het zadel waardoor je de stelselmatige discriminatie van de Oeigoeren op diezelfde plekken van dichtbij meemaakt. Het is een nauwelijks leefbare situatie van een volk dat me in tegenstelling tot de han enorm vriendelijk en gastvrij ontving. Gelukkig heb je als toerist nog enige vorm van bewegingsvrijheid, althans zolang je veel geduld hebt, geen verboden zones in fietst en je netjes op de snelweg blijft. Hierdoor zag ik ook een ander beeld van Xinjiang. De Oeigoeren bleken een vriendelijke en nieuwsgierige gastheer. In de kleine dorpjes zat ik al snel met een kop thee voor een kacheltje. Lachend keken ze naar mijn fiets, hoofdschuddend voelde ze aan mijn dunne jasje. Stoer zei ik dat de kou wel mee viel, in de nacht huilde ik van de kou. De eindeloze leegte van de provincie gaf ook rust, de snelwegen die als lange linten de woestijn en de bergen van elkaar scheiden waren een soort regelvrije zone. Hier waren geen politie escortes, paspoortcontroles of opgeheven geweren in de handen van zenuwachtige agenten. Naast de voorbijrazende Chinezen in grote SUV's vormden alleen de kamelen wat gezelschap. Bij het zien van deze harige bulten, die me een tijdje aan staarden om vervolgens langzaam eens wat verder te sjokten richting die grote leegte ervoer ik zowaar wat vrijheid. Het verbod op kamperen noodzaakte me te kamperen in de tunnels onder de snelweg waar ik vaak bibberend van de kou alleen wat koekjes en hard brood als avondmaal had. Koken zat er niet in sinds je als buitenlander geen benzine kan kopen en winkeltjes weinig voorstellen. Uiteindelijk heb ik dit een maand lang volgehouden voordat ik een trein nam, een vlucht uit Xinjiang. Niet voor de onderdrukking maar voor de kou. Mijn zomerslaapzakje kon niet op tegen nachten van -15 en ik ook niet. Duizend kilometer verder stapte ik uit in een andere provincie en een andere wereld. Ik denk nog geregeld terug aan Xinjiang, de schoonheid van de provincie en de vriendelijkheid van het volk samen met het afzien en de onderdrukking maakte het tot een waar avontuur. Ik hoop in de toekomst nog een keer terug te komen. Maar dan wel in een vrij Xinjiang! ------ Ik fiets momenteel door de heuvels van Vietnam richting Laos vanwaar ik afzak naar Cambodja, Thailand, Maleisië en uiteindelijk Singapore binnen rol. Het is wat pittig klim en klauterwerk met benen als lucifer houtjes. Maar na een maand stilzitten ben ik blij dat ik weer fiets! Ik zal ook proberen mijn blog iets minder lang te laten liggen :-) Verder kreeg ik wederom wat mooie donaties! Waaronder zelfs de opbrengst van de aardperen verkoop van 2018, dat moeten haast wel gouden aardperen zijn geweest, zo proefden ze in iedergeval voor mij! Iedereen hartelijk bedankt :-) En tot slot, een gelukkig nieuwjaar! In China wordt het het jaar van het varken. Dat iedereen naar tevredenheid kan blijven knorren. Ik doe het in ieder geval, tevreden knorren en fietsen. Tot de volgende, joee! En nog wat plaatjes en nieuw houtjetouwtjeplakfilmpje atuurlijk! Zowel de foto's als het filmpje geven absoluut geen goed beeld van de situatie in Xinjiang. Het is verboden foto's te maken van de politie nadat de politie bij een controle de nodige beelden heeft verwijderd heb ik het ook niet meer geprobeerd. Hier heb ik nu wat spijt van maar gelukkig biedt het internet hier wel een oplossing. Laat mijn filmpke dan maar de mooie kant zijn! Verbijsterd staar ik de ambtenaar aan, deze mompelt zonder enige emotie nog zijn verontschuldigingen toe. De woorden komen uit zijn mond maar blijven steken achter het dunne glazen ruitje dat ons scheidt. Een reden werd er niet gegeven. Ik was moe en voelde me voor even door de grond zakken, aangezien ik op de 20e verdieping zat is dat best een eindje naar beneden. Even daarvoor was me opgevallen dat er verandering in de lucht hing. De veerpont deinde wat meer als de dagen daarvoor en sloeg zich met moeite door het opgestuwde water. Boven zee hing een donkere lucht, de zon scheen maar de eerste druppels vielen. Leunend op de railing hoopte ik dat het geen voorbode voor slecht nieuws zou zijn. Ondanks dat ik meestal te nuchter ben voor zulke gedachten stapte ik een beetje ongerust het Chinese consulaat binnen. Helaas bleken de zorgen dus gegrond. Geen nieuw visum voor China. Nu denk je wellicht: je bent toch in China? Nou, niet meer dus! Een week geleden liet ik mijn fiets en bagage achter in Chengdu en zat bijna twee dagen in een trein naar Hong Kong. Dat klinkt langer dan het voelt, een nachtje slapen en overdag moederlijk verzorgd door de gepensioneerde Chinezen waar ik de coupé mee deel, iets wat ik met plezier laat gebeuren. De bedoeling was om een lang weekend in Hong Kong te spenderen zodat ik gebruik kon maken van mijn tweede vijftig dagen van het visum. Helaas had ik er nooit bij stil gestaan dat de geldigheidsduur van het visum ook voor de tweede entry telt. Oftewel, mijn visum is verlopen en daarmee ook mijn toegang tot China, mijn fiets en praktisch alles wat ik bezit. Een suffe fout met ingrijpende gevolgen. Een tweede visumaanvraag is ondertussen ook afgewezen. Een derde loopt nog maar de kans op succes is klein. Mijn paspoort met stempels van Turkije, Iran, Tadzjikistan en Xinjiang is voor China reden genoeg om mij toegang te ontzeggen. Aankomende Donderdag weet ik of het grote China avontuur daadwerkelijk voorbij is. Na enkele stressvolle dagen is de wind gelukkig gedraaid. Mijn fiets en bagage zijn door mijn Duitse vrienden Lio en Stefan naar Hong Kong op gestuurd en kan ik over een paar dagen verwachten en ik heb iemand gevonden waar ik de komende week gratis kan over nachten. Het leven in Hong Kong was tot dusverre voornamelijk duur en eenzaam, ik werd ziek en de visum woog zwaar op de schouders. Kerst is volledig aan me voorbij gegaan en de hoge wolkenkrabbers van de stad voelden langzaamaan steeds meer als de tralies van mijn cel. Gelukkig brokkelen deze weer af, ik spendeer veel tijd in de bibliotheek of in mijn hangmat in het park. Met zo'n twintig graden is dat laatste niet verkeerd. In de komende dagen moet ik een plan maken over het vervolg van mijn reis, één ding is zeker, ik moet de lucht in. Of dat richting Laos of Vietnam is weet ik nog niet. Ik hou jullie op de hoogte! Het zelfs mijn nieuwjaars voornemen om dat wat vaker te doen. Maar je weet hoe het gaat met die voornemens :-) Ik heb nog enkele mooie donaties gehad waarvoor ik erg dankbaar ben! Net als voor de bemoedigende berichtjes, kerstwensen en het meedenken met het probleem. Ik wens jullie alvast een fijne jaarwisseling toe! Groet uit Hong Kong (Ik zal wanneer ik met zekerheid kan zeggen dat China voorbij is mijn blog updaten over Xinjiang, tot dan lijkt het me verstandig om even geen kritiek te leveren)
Joehoe, het duurde even! Hierbij mijn nieuwe filmpke van Kirgizië. Maar eerst even het heden voor het verleden. Na een lange strijd heeft de kou mij uiteindelijk ingehaald. Vanaf het vertrek in de lente heeft de winter me altijd op de hielen gezeten en is nu zes maanden later argeloos voorbij gerold. Kortom, de winter heeft gewonnen, al doet ie dat misschien wel altijd. Na 1600 kilometer in het mooie maar moeilijke Xinjiang gooide ik de handdoek in de ring en hees de witte vlag. Ik verruilde ik mijn zadel voor een hard bedje in een zestien uur durende treinrit richting Lanzhou. Een kleine provincie stad in centraal China met een schamele 2.7 miljoen inwoners. Vanaf deze stad aan de gele rivier fiets ik verder. Verder naar de warmte, verder naar de zon! En die zon hoop ik te vinden in Singapore. Mijn nieuwe reisdoel. Oost wordt Zuid! Dan over Kyrgizië dat ik ondertussen dertig dagen geleden verliet. Later bleek de kou nog maar het puntje van de ijsberg te zijn, gelukkig wist ik dat toen niet. Pijn doet het. Zoveel dat het me verlamd. Ik ben zojuist met grote tegenzin mijn tentje uit gekropen om deze op te breken. Het lukt echter niet, ik val om de haverklap stil en rillend staar ik wat de verte in. Het is een ijskoude morgen op 3300 meter hoogte en mijn vingers en tenen schreeuwen het uit. "Warm ons op of we vallen eraf" krijsen ze me toe. Val er dan maar af denk ik, op dat moment lijkt dat een eerlijke ruil om me te verlossen uit deze ellende. Uiteindelijk lukt het me om met mijn gevoelloze vingers en wat gevloek mijn boeltje op de fiets te snoeren. Ik wil nog maar één ding en dat is zo snel mogelijk van deze berg af. Een paar uur later in een warm winkeltje met houtkachel wip ik wat met mijn ondertussen opgewarmde tenen. Ik ben blij dat ik ze nog heb, het is maar goed dat ik die morgen niet echt voor die keuze had gestaan. Ik heb zojuist de laatste bergpas voor China beklommen. Rechts rijzen de besneeuwde reuzen van de Pamir op. Een muur van grillige pieken, een onherbergzame woestenij. Echter ook ver en onbereikbaar, als op een mooie ansichtkaart. Ik weet ondertussen dat ik in het lange gevecht tegen de winter aan de verliezende kant fiets. De aankomende koude heeft me eerder doen beslissen de Pamir in Tadzjikistan over te slaan. Een beslissing die me zwaar viel, vooral nu ze hier aan de rand hun armen om mij slaan. "Ooit zien jullie me nog wel" roep ik naar de bergen. Zwijgzaam kijken ze terug naar dat kleine figuurtje op de vlakte. Dat zullen we nog wel eens zien denken ze. Dat zullen jullie nog wel eens zien, denk ik. Ik verbleef exact een week in Kirgizië, het vijftiende land op mijn reis. Het land maakte met zijn onherbergzame maar vredige karakter een diepe indruk op me. De mensen zijn vriendelijk en gastvrij. Zo gaf een vrachtwagenchauffeur me een lift en koopt vervolgens nog twee brooden voor me. Bij het uitladen van mijn fiets krijg ik van toegelopen omstanders genoeg eten voor een week. Altijd wanneer ik zoveel krijg voel ik mij naast dankbaar ook beschaamd omdat ik niets terug kan geven en wellicht ook wel omdat ik weet dat we dit in Nederland nooit zouden doen. Kirgizië voelt ook natuurlijker dan haar burenlanden. Het politieke klimaat zal hier wel iets mee te doen hebben. Geen agent op elke straathoek en ook de portretten van de president missen. Het is dan ook niet voor niets dat in de zomer heel avontuurlijk Europa hierheen druist. Door deze gemoedelijke sfeer is het land ondanks zijn loodzware beklimmingen de hoognodige adempauze voor het volgende land. Het land dat de grootste bergen nog overschaduwd. China! Hopsadikee, en daar ben ik nu! De komende twee maanden fiets ik richting Laos. Met als eerste stop na 1100 kilometer Chengdu, de stad van onze favoriete zwart-witte knuffelbeer. Je kent ze wel :-) Ik hoop daar weer iets te schrijven. Tot dan! En natuurlijk wat foto's en een houtjetouwtjeplakfilmpje. |
Hoi!Ik peddel de komende zomer van de Noordzee richting de Zwarte zee. Via dit blog kan je mijn avonturen volgen :-) Archieven
Augustus 2021
|